Gieren boven de Canyons
Wandeling 4: Trektocht door de Ordesa
Deze zomer organiseerde de Nivon Bergsportgroep Amsterdam
een trektocht door de centrale Pyreneeën. We bezochten met een groep
van 10 mensen het Franse Park National des Pyrenées, en het Spaanse
Park national de Ordesa e Monte Perdido. Het laatste is sterk in opkomst.
Het is al sinds 1918 natuurreservaat, en in 1982 sterk uitgebreid. Een
prachtig gebied, dat door Spanje als de 'Grand canyon van Europa' wordt
aangeprezen. Bijzonder zijn ook de vele gieren, waaronder de zeldzame lammergier.
We trokken met z'n tienen dagenlang door de natuur, buiten de bewoonde
wereld, wat een zeer aantrekkelijke kant van de Pyreneeën is. Mede
door de forse voedselvoorraden die werden meegenomen waren de rugzakken
zwaar beladen. We kampeerden (vanwege de beschermde status van het gebied)
alleen bij al dan niet bemande berghutten.
Zie ook routekaart en wandelschema.
Voor de Nivon Bergsportgroep A'dam zie
webkoppelingen.
Bekend terrein
We beginnen zaterdag in Cauterets (Frankrijk), een aardig doch toeristisch
plaatsje. Het stadje begon zijn opmars als bergsportcentrum met de opening
van een station (inmiddels busstation), 100 jaar geleden. Dit is helemaal
in oude stijl opgeknapt. Ook het 19e eeuwse Termen met een aardig parkje
en kermisattracties heeft duidelijk sinds mijn vorige bezoek een facelift
ondergaan.
Het is bewolkt en miezert af en toe als we vertrekken. De eerste drie
dagen heb ik in 1991 ook al gelopen (wandeling 3), alleen doen we het nu
de eerste dagen rustiger aan.Het pad langs de Gaube in het Val de Jéret
- met talloze watervallen en stroomversnellingen - is werkelijk fantastisch
mooi. We arriveren al snel bij het Pont d'Espagne, weer een grote waterval
en toeristen die tot hier per auto kunnen komen. Er is ook al een telesiège
bijgekomen... We hebben nog niet gegeten of het begint weer te regenen.
Een voordeel van deze tocht is wel dat we vaak bij een hut kamperen, zodat
we bij regen kunnen schuilen.
Vignemale in de mist
De volgende dag gaat het verder omhoog, langs het Lac de Gaube naar
de Oulettes de Gaube. Dit ligt aan de voet van de Vignemale, die daar 800
meter loodrecht omhoog gaat. Helaas blijft de bergwand steeds in de mist
gehuld, terwijl dat vorige keer zo'n mooi gezicht was [ Vignemale
].
Ik maak met Marijke een wandeling door een grillig stuk met grote blokken,
waar we oog in oog met enkele alpenmarmotten komen te staan. De hut is
's avonds stampvol, maar uiteindelijk krijgen wij wildkampeerders toch
een biertje.
Maandag weer regen, we gaan de Hourquette d'Ossoue (2.734 m) over,
en komen in een sneeuwbui terecht. We maken een gezellige pauze met soep
e.d. in de refuge de Baysellance. Wegens het slechte weer geen fraai vergezicht
zoals 7 jaar geleden, zie panoramafoto.
We dalen weer af, tot het meertje Oulettes d'Ossou.
Eindelijk mooi weer
De volgende dag is het eindelijk stralend weer. Bij de Cabane de Lourdes
gaan we de Vallée de la Canau in, het begint flink te waaien. Hier
begint voor mij het nieuwe stuk. Op de Col de la Bernatoire blijkt een
diep meer van vulkanische oorsprong te liggen met een doorkijk naar Spanje.
Na een mooie, maar lange en soms steile afdaling arriveren we in het gehucht
Bujaruelo. Onze benen, het terras in de zon en het koele bier overtuigen
ons ervan dat we nu toe zijn aan een middag rust. Wegens de harde wind
leidt het opzetten van de tenten tot komische taferelen.
Op verzoek van de groep besluiten Martin en Nico woensdag toch maar
tot een makkelijke dag. We lopen door de Valle de Bujaruelo naar Torle,
een stadje dat door het opkomend toerisme in deze streek zeer populair
is geworden. 's Middags bekijken we het stadje waar flink wat winkels zijn,
doen de was, genieten nog even van de beschaving.
Slapen onder de volle maan
De tocht gaat het Valle de Ordesa in. Deze kloof van de Rio Arazas
gaat door een dicht begroeid bos, wat lekker koel is met de felle zon.
Aan de overkant rijzen de steile wanden omhoog. Het doet inderdaad aan
de Grand canyon denken, met dit verschil dat hier beneden bomen groeien
en boven kale rots is. In Arizona is dat net andersom. Na een siësta
bij de Ponte de las Fuentes (gebakken eieren en spek) gaan we in een sneltreinvaart
550 meter omhoog. Roebie draagt 12 kg extra water op zijn rug en weet het
te volbrengen. De onbemande hut Milador Calcillaruego heeft een mooi uitkijkpunt.
We eten heerlijk Thais, behoorlijk pittig. Het menu is overigens elke dag
weer anders, een hele prestatie met 'droogvoer'. Het is zwoel weer, we
slapen romantisch buiten onder de volle maan.
Het pad de volgende dag blijft heerlijk, met schitterende uitzichten, zie ook
panorama 10.
Je kan hier mooi de verschillende geologische perioden in de opbouw
van de wand terug vinden, met afwisselend harde en zachtere gesteenten.
We zien tussen de pieken aan de overkant door al de Brèche Roland
liggen. Tenslotte maakt het dal een bocht en zien we hoog de Monte Perdido
nog net boven wat voorliggende toppen uitsteken.
Gieren rond de Monte Perdido
We houden weer siësta onder een groot rotsblok met zicht op de
dagjesmensen en groepsgenoten in en langs de Rio Arazas die zich van boven
door een kloof omlaag stort. We kamperen met circa 100 andere trekkers
bij de Goritz-hut. En dan komen ze: eerst scheert een aasgier langs onze
kampeerwei. Later zien we veel vale gieren, en Marieke - die zich hier
speciaal op heeft verheugd - neemt zelfs een echte 'grote jongen' waar:
een lammergier.
De volgende dag laten we de meeste bagage lekker beneden en beklimmen
de Monte Perdido. Het is een afwisselende route met aardige klauterpartijen.
Het laatste stuk is zeer inspannend omdat het over een steile helling van
losse steentjes (geröl) gaat: 2 stappen omhoog en weer 1 omlaag. Maar
het uitzicht boven is overweldigend, we kunnen alle kanten op kijken hoewel
er een behoorlijke nevel hangt tot circa 3.000 m.
Om een indruk te krijgen kan je via Google Earth de
rondvlucht om het Monte Perdidiomassief
bekijken. Tijdens de afdaling pauzeren we bij een ijsblauw Lago Helado.
Brèche de Roland
We lopen zondag over de hoogvlakte met veel verschillende gesteenten.
Het is door de vele grote rotsblokken lastig oriënteren. Als we het
circo de Góritz indraaien komt hij tevoorschijn: de magische Brèche
de Roland, de overgang naar Frankrijk. Met de verrekijker kunnen we al
tientallen mensen op deze grootse bergpas zien zitten. We bezoeken de Gruta
Casteret. Dit is een diepe grot met een ijsvloer, helemaal achterin is
een ijspegel van zo'n 3 m ontstaan die schittert in het invallende licht.
Het pad gaat daarna over een smalle richel langs een steile wand, die (grotendeels)
met een staalkabel is gezekerd. Wegens een blessure moet Martin omlopen,
zodat we veel tijd op de Brèche hebben om uit te kijken.
[ Gruta Casteret
| Brèche de Roland ]
Na de brèche dalen we over twee gletsjers af naar de refuges
des Serradets. We zijn net weer in Frankrijk of er breekt een felle onweersbui
los, zodat we maar even een soepje in de hut nemen. Dan volgt een lange
afdaling. Bij een passage door een inmiddels woest stromende beek verlies
ik een geleende wandelstok. Nou ja, niets aan te doen. We arriveren pas
laat op de pittoreske camping in Gavarnie.
Na een dagje lekker luieren en salades eten gaan we op het eind van
de middag weer op pad.
Pittige route Col des Gentianes
In het prachtige bos van St. Savin worden we door een hoosbui overvallen.
Als het opknap lopen we nog door tot een onbemande hut, de Cabane de Milhas.
Via de Oulettes d'Ossou waar we op de heenweg ook langs kwamen gaan
we omhoog de Col d'Estom Soubrai over. Het is een pittige puinhelling met
een onduidelijk pad, maar de vele bergmeertjes die we daarna passeren maken
de inspanning meer dan waard. Vanaf de Col des Gentianes (2.777 m) hebben
we mooi zicht op de Glacier d'Ossoue en de Hourquette d'Ossoue met Refuge
Baysellance. Zie Glacier d'Ossoue.
Valle de Lutour
Bij de Lac d'Estom hebben we een rustdag, en maak ik een wandeling
door het prachtige Valle de Lutour. De watervalletjes, weitjes, het meer,
de bossen zijn prachtig en kan je juist op zo'n rustdag eens beter bekijken.
Op de tweede dag hangt er een dichte mist en kunnen we de bergpas naar
het volgende dal niet over. Noodgedwongen blijven we, en wordt er vooral
gelezen, gekaart en geouwehoerd in en rond de refuge (helaas zijn mijn
foto's van deze dagen mislukt). De hut is vrij klein, maar erg gezellig.
De volgende dag wordt het weer zonnig, en komen we na een mooie afdaling
door het valle de Lutour weer terug in Cauterets.
|