Dagtochten rond de Sella
In augustus 1994 gaan Wilma en ik naar een NIVON-trefkamp in Corvara. Het principe van een
dergelijk trefkamp is dat je er allerlei mensen treft waar je - op eigen initiatief - tochten
mee kan ondernemen. Het enige dat vanuit de organisatie wordt geregeld is een gemeenschappelijke
tent, waar 's avonds koffie wordt geschonken en ervaringen uitgewisseld worden.
Corvara is een toeristische plaatsje ligt in het begin van het Val Badia (dat de overgang van
de westelijke naar de oostelijke Dolomieten vormt), ten noorden van het Sellamassief, aan de voet
van de Piz da Lech (Boeseekofel). Naar het westen kom je op de Passo Gardena, aan de noordzijde
rijst het Puez-massief omhoog. In augustus gaan de meeste Italianen ook op vakantie, zodat het al
snel zeer druk op de camping wordt. Ongelofelijk hoe dicht die op elkaar gaan staan en het dan nog
gezellig vinden ook.
Voor een routekaartje (121 kB), en tabellen met de aangedane plaatsen, afstanden en wandeltijden
zie de route.
Lech Boè (Lach Boesee)
De eerste dagtocht gaat naar het Lech Boè (Lach Boesee).We beginnen met een landelijk
weggetje over de alpenweide, vanwaar je mooi zicht op het dal hebt. Via het Crëb de Sela komen
we bij de Crëb de Munt, waar ook veel dagjesmensen met de berglift uit Corvara aankomen.
(Zie panorama 14)
Deze route is ook populair bij de Parapente-vliegers, die van hieruit weer omlaag zweven. Als we verder
gaan komen we bij het meertje uit, dat fraai tussen de steile rotswanden ligt. Dit blijkt het doel
van de vele dagjesmensen te zijn. Na een middagpauze gaan we via een mooi bospad weer terug.
Puez-Odle
De volgende tocht doen we in het Puez-massief, dat in het Natuurpark Puez-Odle ligt. Dit
spectaculaire, prachtige berggebied werd door Reinholt Messner als woonplaats gekozen. Met de auto
rijden we naar de Passo Gardena, waar je mooi de Langkofel kan zien liggen (zie Panorama 20).
Hier gaan we over de Alta Via 2 omhoog naar het Alti Piano di
Crespëina, een steenwoestijn met kleine ijskoude meren en veel uitzicht. Midden op domineert
een vulkaankegel de vlakte. Dit gebied is een eldorado voor fossielenzoekers, met name bij de San
Classiano formatie. Bij de Forcella de Ciampei kijken we naar het zuidoosten steil omlaag naar
Corvara, erg mooi. Van hieruit gaat er ook een tocht naar de Sas Songher (3.665 m), een mooie
beklimming waar wij niet meer aan toegekomen zijn. Wij dalen van de Forcella echter naar de noordwest
kant af, in het ongerepte Vallunga dal. Een langgerekt dal met steile, dicht beboste wanden, waar
nog veel gemzen voorkomen. Het heeft enkele dagen geleden enorm geregend, waardoor overal dikke
lagen kiezels en grind over de hellingen omlaag gekomen zijn. Het dal begint (van onze kant af)
tamelijk rustig maar wordt naarmate we verder afdalen steeds drukker: met de auto kan je tot
dichtbij de San Silvester kapel komen.
Hospicio di Santa Croce
Met Piet gaan we daarna naar La Villa Stern, vanwaar we over een prachtige alpenweideroute
omhoog lopen. Hier begint het natuurpark Fanes-Sennes-Braies, waar ook de Alta Via 1 door heen
komt. [Zie panorama 15]
Boven de weide rijst de rotswand van de Sas di Croce omhoog, een ringvormig massief dat genoemd is naar
ons doel, het heilige kruis van Leonardo. Hier staat een eeuwenoude herberg, verder
is er alleen het mooie uitzicht. Via een ander pad lopen we weer terug. Tussen de alpenweiden liggen
mooie boerderijen in een Tiroler bouwstijl. Het (oorspronkelijk) sterk katholieke karakter van
de streek blijkt wel uit de diverse in bomen uitgesneden Christusbeelden die we passeren.
Sella overschrijding
Nu wordt het menens: we gaan een meerdaagse tocht over de Sella doen. De aanloop is hetzelfde
als de eerste dagtocht naar het Lech Boè (Lach Boesee). Vandaar gaan we verder naar de
Rifugio Franz Kostriet al Vallon. (Zie panorama 16)
Een pad door het puin om de Ponte waarna we een sterk geërodeerd,
afgetrapt en steil pad omhoog klauteren. Over een hooggelegen rand komen we bij de Piz Boè
(3.152 m). De Cabine Piz Fassa blijkt een heuse bemande berghut. Van hieruit hebben we een
schitterend overzicht over het Sella-massief. Aan de zuidkant zien we de Marmoladagletsjer oplichten
door de loodgrijze wolken. Wij dalen aan de andere kant af naar de Rifugio Boè (2.871 m) die
op een kaal plateau tussen de rotswanden ligt.
De volgende dag trekken we verder over dit plateau langs de Alta Via 2. Hier passeren we
surrealistisch aandoende rotskloven en steil omhoog stekende torens en pinakels.
Klik op de foto voor panorama-uitvoering
Langs een puinhelling in de blinkende zon dalen we weer af richting Passo Gardina. We komen
langs de Rifugio Cavazza, waar veel mensen aankomen die de prachtige klettersteig Brig Tridentina
hebben gedaan. Overigens zijn de klettersteigs in dit gebied behoorlijk steil, het is veel meer
echt klimmen dan in andere gebieden zoals de Brenta. Wij zijn maar een keer aan een klettersteig
toegekomen, maar hadden toen te grote/zware rugzakken om hem goed te kunnen doen. Bovendien was
het enorm druk op deze populaire routes in augustus. Niet lang nadat we uit de hut vertrokken zijn
gaat het hard regenen. De afdaling door de stromende regen is niet echt een pretje, maar we komen
heelhuids weer beneden aan.
Val Gardena
Tenslotte hebben we nog een tweedaagse tocht met een gezellig groepje van vijf gemaakt waarvan
ik de namen vergeten ben. Een meisje van ongeveer twaalf jaar, en een vrouw met een zoontje van vier
jaar. Met de auto gingen we naar Wolkenstein in Val Gardena, van waaruit we een zijdal in de Odle
(Geisler) inliepen. We overnachten in de Rifugio Firenze (Regensburger hütte). Voorbij de hut
liggen idylische bergweiden, met veel bloemen en een prachtige afsluiting door de rotswanden van de
Odle.
De volgende dag gaan we met zijn drieeën over een ander pad weer terug. We gaan nog wat
omhoog, waar we de Odle (Geisler) mooi kunnen zien. Deze bergketen daalt, en wordt tenslotte een
rand dat boven een steile rotswand loopt. Het uitzicht over de Val Gardena en de massieven die
aan de andere kant liggen is werkelijk sprookjesachtig. Tenslotte komen we in San Christina in
Gardena aan, waar we de bus terug nemen. We passeren de prachtige Langkofel. Moe maar voldaan
arriveren we in Corvara.
Nadere informatie
Gids: Dolomiten door Höfler/Werner, uitgave Rudolf Rother biedt een overzicht van de
belangrijkste (klettersteig)routes in (o.a.) de Sella, Langkofel/Plattkofel, de Puez en Odle
(Geisler)massieven.
Goede kaarten zijn er van de Italiaanse serie Tabacco: Alta Badia/Livanallongo (1:25.000) en
de Kompass-serie (ook 1:25.000).
Algemenere gidsen bij gebiedsinformatie Dolomieten.
|