|
Trektocht van Landmannalaugar naar Skogar (II)
[ Rivieren |
Berkenbossen |
Alpine oversteek ]
Rivieren en eindeloze vlakten
Vandaag (dag 8) is het prachtig weer en ontbijten we relaxt voor de tent, (eerder waren we niet van de
banken bij de hut weg te slaan). Het eerste uur lopen is een herhaling van gisteren. We worden steeds
sneller in het schoenen voor sandalen verwisselen om de riviertjes over te steken.
Voorbij de Hvangil hut komen we een groep oudere IJslandse wandelaars tegen die voor de rivier doorwaden
dikke sokken gebruiken, en twee motorrijders die de oversteek wagen.
We komen op de vlakte van Emstrur, een eindeloos puinlandschap met losse bergketens waar ons pad met witte
markeringspaaltjes tussen door slingert. John en Dennis zetten er flink de sokken in, en ik loop met Jan
urenlang in een rustiger tempo er achteraan. Enerzijds is het een beetje naargeestig soort maanlandschap,
aan de andere kant heeft het ook wel weer iets. We hebben geluk dat het niet hard waait, want dan kan het
stof je hier stevig om de oren waaien.
Na 12 km lopen gaan we opeens flink dalen, met de Myrdalskjöfel gletser voor ons
(panorama 5). We komen langs een kleine knusse maar drukke
kamping, en besluiten door te lopen. Over de kloof van de snelstromende gletsjerrivier Femri Emtrua is
een loopbrug gebouwd. De kabels die hier langs het steile pad zijn aangebracht zijn (onder deze gunstige
weersomstandigheden) niet echt nodig. Verder op vinden we een zijdalletje met beekje waar we prima
kunnen wildkamperen. Er zetten nog een paar trekkers een tentje op, maar er is ruimte genoeg.
Het lekkere van dit wild kamperen is dat je uren in deze wilde omgeving rond kan struinen of gewoon langs
het beekje zitten mijmeren.
Berkenbossen
De volgende dag (9) hebben we steeds een wijds uizicht terwijl we langs de canyon van de Markarfljol
richting grote gletsjers lopen. Er verschijnen struiken waar ik opeens zangvogels hoor! We hadden eerder
wel wat vogels gezien maar dit is toch wel wat anders. Er komt ook wat meer kleur in de planten.
Als we de brede Pronga rivier oversteken komen we opeens in de berkenbossen van Þórsmörk. Het is hier
volop zomer met al die bloemen. Zie panorama 6.
Na nog wat heuvels over gestoken te zijn komen we bij de Langdur hut met kamping. Hier hebben we goed
zicht op de Eyjafjallajökull (panorama 7).
'Rustdag'
In Langur blijven we een dagje hangen. Je kan hier prachtig wandelen, met Jan maak ik een tocht langs de
Krossa. We maken een oversteek naar de kamping van Húsadalur aan andere kant van de heuvels, maar raken
het pad kwijt. Met een beetje zoeken komen we toch weer beneden. Húsadalur is wat groter en tevens
busstation. Hier kan ik ook voor het eerst tijdens de trektocht naar huis bellen.
's Middags maak ik in mijn eentje nog een andere wandeling waar ik weer in de bush terecht kom. Al met
al toch een stevige rustdag.
Alpine oversteek
Onze zwaarste wandeldag is aangebroken: we gaan de pas tussen de Eyjafjallajökull en de Mýrdalsjökull
over om naar de kust te komen. Eerst via een vaste brug over de woeste Krossa, dan bij de Básar
kamping omhoog. We lopen over een groene bergrug omhoog. De eerste sleutelpassage is de Kattarhryggur,
een halve meter breed met steile afgronden aan weerskanten. Ik ben blij dat het rustig zonnig weer is!
Het wordt weer breder en we komen op een plateau van Morinsheiði
(zie panorama 8).
Het plateau steek je over naar Heljarkambur, een korte smalle bergkam (enige doorgang) die de tweede
sleutelpassage is, met allemaal los puin. Met flinke wind en een zware rugzak kan dit een lastig stukje
zijn. Er zijn wel kabels maar deze hangen gedeeltelijk los, die kan je daarom maar beter niet gebruiken.
Ook de hoogvlakte die daarna komt is ons stralende weer heel wat prettiger te lopen dan bij harde wind
of mist. Er komen steeds meer sneeuwvelden en we passeren een aardig meertje. Daarachter ligt de pas
(1.100 m) met de Fimmvörðuhálskali (een privé berghut). Hier houden we een flinke pauze.
Op de Fimmvörðuháls pas
Vlak bij deze pas is in maart 2010 een vulkaanuitbarsting begonnen die wekenlang het Europese vliegverkeer
hinderde. Zie ook vulkaanuitbarsting Fimmvorduhals 2010.
Er passeert een ouder Duits echtpaar, de man loopt met een loodzware rugzak en heeft als hij even stopt
moeite met zijn evenwicht. Hopelijk gaat dat goed bij de Heljarkambur...
De tweede hut, de Baldvinsskáli, een half uur verder lopen, is onbemand en alleen bruikbaar als noodbivak. Er is zelfs geen
water of bruikbare latrine.
Dan volgt een lang, geleidelijk dalend stuk van 8 km. We volgen het jeepspoor tot een loopbrug over de
Skogaá rivier. Vandaar heb je 2 mogelijkheden: nog 2 uur lopen over het duidelijke maar saaie jeepspoor
of verder langs de Skogaá, die talloze watervallen heeft tot hij beneden is aangekomen. We besluiten tot
het tweede, en passeren de eerste watervallen.
Dan raken we het spoor langs de Skogaá kwijt; ik stel voor het pad dat wat omhoog loopt te volgen.
Uiteindelijk komen we toch weer op het jeepspoor uit. Dit is niet het leukste stukje, ik heb er spijt van
dat we niet terug gegaan zijn om het vervolg van het pad langs de Skogaá te zoeken.
Na een lange dag komen we aan in Skogar, waar de Skogaá zich in een waterval van 50 m omlaag stort.
Hier kunnen we de tent opzetten.
De volgende dag (12) nemen we de bus om de vogelrots van Dyrholey te gaan bezoeken, zie
overige dagen.
|
Thuispagina
>
Gebieden
>
IJsland
>
Trektocht Landmannalaugar (deel II)
Copyright © Jaap van der Veen |
Disclaimer | Reageren
|
|