|
Overige dagen: bezienswaardigheden
[ Toeristische rondrit |
Vogelrots |
Reykjavik ]
Oorspronkelijk had ik me opgegeven voor de Vreemde Voettocht "IJsland" uit het NKBV reisprogramma.
Omdat er te weinig deelnemers waren gingen we (Dennis, Jan, John en ik) maar op eigen gelegenheid.
Met wat kleine aanpassingen konden we toch grotendeels dezelfde reis maken (juli 2005).
Naar Reykjavik
We vliegen van Amsterdam met Iceland air rechtstreeks naar de internationale luchthaven Keflavik,
van waar het nog 40 km met een lijnbus was naar Reykjavik (dag 1). De bus doet alle hotels aan waar de
passagiers naar toe moeten, met onze bestemming (de kamping bij de jeugdherberg) als laatste. Dat werd
dus een lange rit maar we kregen meteen wel een indruk van de stad: Reyjavik is een welvarende stad met
veel bedrijfsgebouwen en ruim aangelegde nieuwe woonwijken.
De jeugdherberg is groot en heeft veel voorzieningen, zo kan je er goed en goedkoop een auto huren.
Toeristische rondrit
De volgende dag (2) maken met een huurauto een tocht langs de klassieke hoogtepunten: Þingvellir,
de geisers en de waterval Gullfoss.
In Þingvellir is een kloof (slenk) van 5 km lengte te zien, waar de eerste volksvertegenwoordigers van
IJsland bij elkaar kwamen. Er staat nog een klein kerkje met enkele huizen. Het is heel landelijk en
weids. Het is geen geweldig weer, maar bewolkt en een beetje heiig geeft wel een speciale sfeer.
Vervolgens rijden we naar het gebied van de geisers. In een beperkt gebied zijn een groot aantal warme
bronnen en geisers. De legendarische Geisir is helaas niet meer zo actief, maar de geiser Strokur
spuit eens per 4 tot 8 minuten zo'n 10 tot 20 m hoog. Zie verder de pagina over
geisers.
Het valt overigens niet mee om met mijn digitale camera de spuitende geiser op het juiste moment te
fotograferen.
Daarna rijden we weer verder naar de volgende bezienswaardigheid. De landschappen waar we met de auto
door rijden zijn fantastisch mooi, dat alleen maakt de tocht al de moeite waard. Tenslotte komen we bij
de "gouden waterval" Gullfoss, een van IJslands mooiste. Het water valt in twee trappen die haaks op
elkaar staan 32 m naar beneden. De opstijgende waterdamp vertoont wel allerlei patronen, maar omdat de zon
verstopt zit missen we de regenboogeffecten die we later bij andere watervallen wel zullen zien.
Op de terugtocht naar Reyjavik rijden we langs de zuidkust en bezoeken daar nog de fraaie explosiekrater
Kerið (zie foto bij gebiedsinformatie) en een onderaardse
lavagang.
Trektocht
De volgende dag (3) nemen we een lijnbus naar Landmannalaugar om aan de
trektocht te beginnen.
Vogelrots Dyrhólaey
Op het einde van de trektocht willen we eerst nog de vogelrots bekijken om daarna in twee groepen te splitsen (dag 12).
We nemen om 8 uur de bus richting Reykjavik naar Selfoss, een grotere plaats waar we dan een auto hopen
te huren om weer in de andere richting retug te rijden. De laatste auto blijkt echter in Selfoss verhuurd
te zijn, waardoor we helemaal naar Reykjavik door rijden: bij de jeugdherberg zijn nog wel auto's te huur.
We zitten uiteindelijk dus uren in bus en auto, maar omdat het mooi weer is en mooie landschappen is
het toch leuk om te doen.
's Middags komen we bij Dyrhólaey aan. Het is mistig, maar de kaap is daardoor wel indrukwekkend
(zie panorama 9).
Het duurt even voordat we de beroemde papagaaiduikers hebben gevonden. Op de kliffen en in de steile
rotswanden zitten honderden vogels te broeden.
Het zijn koddige beesten, schattig. Regelmatig vliegen ze naar de zee om in het water te plonzen.
Ze vangen veel vis, waardoor ook veel meeuwen worden aangetrokken die het moment afwachten dat ze
met hun buit weer boven water komen. Ik kan er uren naar kijken.
Op het eind van de middag rijden we nog iets verder naar het vissersdorpje Vik, waar we John en Dennis
afzetten. Zij gaan nog een paar dagen naar het Skafell natuurreservaat,
Jan en ik rijden terug naar Reykjavik.
Seljalandsfoss
Daarbij bezochten we nog de Seljalandsfoss. Deze beroemde, 65 meter hoge waterval ligt vlak aan de ringweg.
Bovendien is het mogelijk om op een glibberig pad achter de waterval langs te lopen. Net als de 15 kilometer
verderop liggende Skógafoss stroomt de Seljalandsfoss over wat eens de kliffen van de voormalige IJslandse
kustlijn waren.
Dagje Reykjavik
We hebben nog een volle dag (13). We kopen alvast een buskaartje om morgen vroeg naar het vliegveld te
kunnen. Dan ga ik de stad in, terwijl Jan paard gaat rijden buiten de stad (een zeer populaire hobby
van de IJslanders).
Voor het eerst sinds dagen is de zon verdwenen. Ik begin in het historische centrum, dat maar vrij
klein is. Op het plein Austurvöller Square is een prachtige foto tentoonstelling te zien over
oude bewoners van IJsland, Groenland en de Faeröer eilanden (helaas ben ik de naam van de fotograaf
vergeten).
Centraal in de stad ligt Tjörnin, een meer met daar omheen bebouwing van rond 1900 en ouder. Maar ook het
nieuwgebouwde stadhuis, waar een gigantische maquêtte van IJsland te zien is.
Het Museum voor moderne kunst is gevestigd in een bijzonder gebouw (verbouwde pakhuizen) maar de
expositie over Dieter Roth boeit me niet. Daarom snel door naar het Nationaal Museum, waar veel
te zien in over de geschiedenis en het historisch erfgoed van IJsland. Zeker de moeite waard!
Tenslotte doorkruis ik de wat wijk rond de belangrijkste winkelstraten, met veel alternatieve
eethuisjes en café's, mooie houten en golfplaten huizen en bijzondere winkels. De Hallgrim's kerk
is de kathedraal die na de oorlog is gebouwd en oplopende steunberen heeft de geïnspireerd zijn
op (zeskantige) basaltblokken.
Back home
De laatste dag (14) kunnen we vanaf de kamping de bus naar het vliegveld nemen. Op het vliegveld lange
rijen, en op Schiphol duurt het eindeloos voordat we de bagage terug hebben. Maar dan ben ik weer thuis,
na een heerlijke vakantie.
|
Thuispagina
>
Gebieden
>
IJsland
>
Overige dagen
Copyright © Jaap van der Veen |
Disclaimer | Reageren
|
|