Smolikas Tour 1999
Ik kreeg van Raymond Dijkhof een reisverslag toegestuurd van nagenoeg hetzelfde traject dat
wij vanaf Tsepolovo naar Vovousa gelopen hebben. Zij hebben dit bij een reisbureau gedaan. Vanwege
zijn levendige beschrijvingen en de vele details leek dit me een aardige aanvulling op mijn site.
Nadat we vorig jaar met een groep van acht mensen door Epirus zijn getrokken, hadden we het idee om
er dit jaar (1999) een vervolg aan te plakken.
In overleg met de groep en Robinson Expeditions, is er een zesdaagse wandeling uitgerold, met als
hoofdschotel de Smolikas-top, dit is de op één na hoogste top van Griekenland (2637 m).
Twee personen zijn per auto naar Griekenland gereisd, met de ferry van Ancona naar Igoumenitsa en door
naar Tsepelovo. De andere zes hadden een campingvlucht naar Preveza.
We werden op het vliegveld met een minibus afgehaald door Alekos, onze gids die we vorig jaar ontmoet
hadden. Na een 3 ˝ uur durende rit kwamen we aan in Tsepelovo, een dorpje op 1000 m. Omdat we een
middagvlucht hadden was het al 20.30 en konden we zo voor de maaltijd aanschuiven in de wat bouwvallige
erker van de dorpswinkel/eethuisje, waar ook de redelijke kamers werden verhuurd.
Alekos liet ons weten de volgende morgen om 8.00 te willen vertrekken. Het zou een lange dag
worden. Normaal gesproken zou het eerste deel van de tocht per auto worden
afgelegd, maar wegens ziekte van de pensioneigenaar ging dit niet door en werd
de tocht een uur langer dan de 8 wandeluren die ervoor gepland stonden. Als
tegemoetkoming zou de vierwiel aangedreven minibus ons aan het einde van de
tocht tegemoet komen. Alekos had een zender/ontvanger bij zich en kon zo contact houden met
Heraklis, de chauffeur van onze minibus.
Dag 1: Van Tsepelovo naar Vissohori
Na het ontbijt werd de lunch verdeeld en gingen we
van start. Onze bagage zou worden opgehaald door de minibus. In het dorp begon
de weg direct te stijgen en al snel werd het na het dorp een karrenspoor. Na een
uur veranderde dit in een soort pad wat wel zeer weinig belopen was. We liepen
langs steile rotswanden en als we voor ons uit keken zagen we de 2400 m hoge
toppen waar we naar op weg waren. Nu liepen we nog door gevarieerd gras met
allerlei bloemen, maar in de verte dienden de eerste sneeuwvelden zich aan. Deze
waren flink aan het smelten, want de zon brandde goed. Aan de rand van de sneeuw
kwamen vele paarse krokussen tot bloei.
Na ongeveer 4 uur klimmen kwamen we op de pas van 2300 m met daarachter een gigantisch sneeuwveld
en uitzicht op de Smolikas. Alekos bekeek de situatie en besloot dat we aangelijnd het eerste deel
van het sneeuwveld moesten oversteken. Dit deden we één voor één, eigenlijk viel het wel mee. Maar
lager gekomen was de moeilijkheidsgraad wel hoger. Eén van ons ging al glijdend naar beneden, wat
niet de bedoeling was. De volgende oefening was dan ook: hoe loop ik in een steil sneeuwveld naar
beneden. Het was niet het laatste sneeuwveld, dus dan kan je ook ervaring opdoen en dat in juni in
Griekenland.
Om een uur of twee was het lunchtijd op z'n Grieks. De zakken met komkommer, tomaten, kaas, blikjes
met dolmades, gehaktballetje, gemengde groenten, zelfs mousaka werden uitgestald. Komkommer, tomaten
en kaas werden in lekkere dikke plakken gesneden en aanvallen maar. We hadden reuze honger en alles
smaakte heerlijk. Als toetje was er een soort schuimcake met chocola, mierzoet en goed voor de energie.
Het afdalen ging verder en ondanks dat we 2 liter water per persoon mee hadden kwamen we droog te staan.
Aan de schaduwkant van de bergketen was een bron met heerlijk fris water en konden we de flessen weer
vullen. De dag naderde zijn einde en we waren blij dat we op een karrenspoor verwelkomd werden door
Heraklis met de minibus. Hij had wilde aardbeien geplukt en blikjes fris klaarstaan. Het laatste stuk
ging met de minibus en het is onvoorstelbaar wat zo'n auto allemaal kan.
Door uitglijden tijdens het afdalen waren bij iedereen de nodige schrammen en bulten bijgekomen.
Het was 20.00 uur toen we bij Vrissohori, 1000 m, kwamen. De naam heeft te maken met het frisse water
wat uit de bergen langs het dorp stroomt. Het pension was eenvoudig, maar schoon. Eén kraan
functioneerde niet na behoren, maar werd direct gerepareerd. Er werd flink gebunkerd en we gingen
allemaal op tijd naar bed, waar we nog lagen na te sidderen van de inspanningen.
Stijgen 1300 m, dalen 1300 m over 25 kilometer.
Dag 2: naar de voet van de Smolikas
Om 8.30 van start voor een afdaling naar de Aoos, een mooie wandeling over een onverharde weg.
Onderweg zien we een landschildpad en veel hagedissen. Als we bij de rivier komen zien we een
ingestorte brug. Het lijkt wel of er een bom op is gevallen, misschien een onbekende afzwaaier.
Nee dus, gewoon watergeweld en een probleem, want de auto moet door de rivier, die op z'n diepst
één meter is. Als twee van de groep met Alekos en Heraklis het autoprobleem op zich nemen gaan de
anderen zwemmen in het koude water. Heerlijk en zo schoon. Op de oever loopt de temperatuur op
tot 45 graden in de zon, dus lang hou je het daar niet vol. We zien dat we niet de enige zijn, want
een slang van één meter maakt zich door ons lawaai uit de "voeten". Op de oever van de ingestorte
brug komen twee mountainbikers aan met bepakking die verbaasd kijken, hoe nu verder. Als ze met
fiets en al door de rivier willen waden loopt Alekos naar ze toe en maakt ze duidelijk dat dit niet
zal lukken i.v.m. de sterke stroming. Bagage van de fietsen en gezekerd aan een touw worden ze naar
de andere kant geholpen. Het blijken Tsjechen te zijn. Dit zijn tevens de enige mensen die we tijdens
onze trekking zien.
Onze minibus was ook door het water gereden, jammer dat we dit niet gezien hebben. We stegen naar
het dorpje Pades met de minibus. Daar genoten we van een uitgebreide lunch. Er wordt van alles op
tafel gezet en dan pak je gewoon waar je zin in hebt. Een heerlijke manier van eten. We zitten op
1100 m en moeten stijgen naar ons kamp op 1900 m, aan de voet van de Smolikas. Gelukkig lopen we
door bossen met eerst nog wat loofbomen, maar later een apart soort dennenbomen die alleen hier op
dit gesteente groeit. Het is serpentijn, een vrij zachte steensoort met veel zware metalen in zich.
Het is eerst zwart, later groen en nog later wordt het bruin en vergaat tot een soort klei. Bij
het kamp aangekomen staat er voor ieder stel een tent. De minibus is met twee mensen vooruit gereden
over een bosweg en ze hebben hard gewerkt. Er is thee en koffie, maar helaas verschijnen er ook
donkere wolken boven de Smolikas. Onweer? Alle spullen moeten in de tassen en rugzak klaarstaan
in de tenten en als het begint met onweer, dan moeten we met z'n allen in de minibus. De bui drijft
gelukkig de andere kant op. We kunnen smullen van de goed bereide maaltijd. Daarna wordt er een vuur
gemaakt, wat goed helpt tegen de muskieten. De verhalen komen los. Onze chauffeur blijkt een
volwaardig alpinist te zijn, heeft tot 7.500 m geklommen en was uitgekozen voor een poging om de
Mount Everest te beklimmen als eerste Griek. Helaas was daar geen sponsering genoeg voor, dus het
wachten is op een toekomstige sponsor.
Moe gingen we in onze tent, maar van slapen kwam het niet. Allerlei geluiden waarvan je niet wist
wat het was, in de verte huilde jonge wolven.
Dag 3: via de Smolikas naar Sanmarina
Om zes uur uit de slaapzak, opfrissen in een beekje en daarna ontbijten. Het weer was bewolkt, maar niet
dreigend. Alekos besloot om het erop te wagen.
We stijgen naar het Drakolimni op 2200 meter. Dit is een meertje wat op onverklaarbare wijze altijd
gevuld blijft met water. Onderweg komen we veelkleurige flora tegen, soms hele plekken met bloemen
die alleen op dit soort gesteente kunnen overleven. De bomen worden minder, een aantal zijn door de
bliksem getroffen. Wij bekijken de drakenvisjes die in het meertje zijn. Het zijn eigenlijk onvolgroeide
salamanders. Van boven bruin maar van onderen vel oranje.
De laatste 400 meter zijn steil en gaan over veel los puin gemengd met aarde. Wat zijn we blij met
onze wandelstokken en wat is het leuk om dan de top te bereiken met een groots uitzicht over de
omgeving. Er komen hier maar ongeveer 150 mensen per jaar en wij zijn de eerste groep Nederlanders.
Er staat een betonnen paal met een antenne voor een politiezender.
Bovenop de paal zit een kuiltje met daarin munten, wij hebben
er een stuiver en een gulden bijgelegd. De te volgen route naar Sanmarina konden we niet nemen.
Er moest getraverseerd worden naar een andere top, maar er lag nog te veel sneeuw en dat bracht te
veel risico met zich mee. Het alternatief werd een afdaling van 1600 meter naar Agia Paraskevi, een
dorpje vlak bij de Albanese grens. Via prachtig groene alpenweiden, soms bedekt met sneeuw, daalden we af
naar de boomgrens. Prachtige oude dennenbomen. Het is niet niks 1600 meter afdalen, dus we waren blij dat
het dorpje
in zicht kwam. We hoorden de geitenbellen van een kudde en ook de honden die erbij waren. Ze hadden
ons ook gezien en kwamen grommend op ons af. Gelukkig dat we met zijn negenen waren want op een paar
meter afstand bleven ze staan. We hadden onze stokken al in de aanslag. Deze sheepdogs, zoals ze
door Alekos werden genoemd, zijn er ook om wolven af te schrikken en vallen alles aan wat in de buurt
van de kudde komt. Gauw naar het dorp voor eindelijk een koud flesje bier of mountain-tea. Heraklis
stond al klaar met het busje voor de tocht naar Sanmarina. Dit is het hoogst gelegen dorp van Pindos
en er wonen alleen Vlachen. Dit is een gesloten volk en ze hebben hun eigen taal. In de winter is alles
ingesneeuwd en dan zijn er vijf oppassers. In het voorjaar komen
de schaapherders en bosarbeiders en wonen er 3000 mensen. Op 15 augustus is het feest van Maria en
komen alle Vlachen tezamen er zijn dan 50.000 mensen in het dorp.
's Avonds op het plein gegeten. Het schaap hing voor onze neus om er nodige stukken uit te snijden.
Alles wordt gebruikt, ook de darmen enz. We hebben later nog een ouzo besteld, maar dat was een
plaatselijke drank, 60 %, en met veel water nog te sterk.
Dag 4: via de E6 naar Distrato
We werden 's ochtends een stukje met het busje weggebracht. Na een korte afdaling moesten we al een
rivier oversteken. Gelukkig hadden we onze sandalen mee want dat loopt een stuk makkelijker over de
gladde stenen in het water. De route is de E6, welke van noordoost naar het zuiden loopt.
Na een stevige klim door bos kregen we een mooi uitzicht op de andere kant van de Smolikas.
Woud trapte bijna op een adder en hoewel het een kleintje was, is het toch oppassen, want zijn moeder
zal dan niet ver weg zijn.
Aan de andere kant van dit bergje hadden we uitzicht op een skigebied, tijdens het afdalen kregen we
te maken met donkere wolken die zich boven ons samenpakten. In de verte ook donder. Snel onze
regenkleding aan en net op tijd, want er viel een fikse hagelbui. De lunch ging niet door en Alekos
had al contact gehad met Heraklis dat hij ons moest ophalen. Dit punt was ook het einde van deze
korte tocht. Het werd gelukkig droog en we reden naar Distrato, waar we buiten bij de dorpstaverna
onze lunch verorberden. Daarna naar onze appartementen. We konden lekker uitrusten die middag. Door
de gehaastheid tijdens een bui had Wil bij het inspringen van de auto gigantisch zijn hoofd gestoten.
De "reizende" huisarts was net ter plaatse, zodat er direct hulp geboden werd. Gelukkig bleef het bij
een bult en ontvelling, maar wel met grote schrik.
Rondom het dorp werden de buien en het onweer steeds erger en wij konden onder de veranda van dit
schouwspel genieten.
's Avonds aten we (de niet-vegetariërs) verse forel uit de kwekerij van het dorp. Heerlijk. Als toetje
was er een pasta wat je aan een lepel doet en in een glas water zet. Je likt eraan als een soort lolly.
Dag 5: door naar Vosouvo
Vandaag een wat eenvoudiger wandeling naar Vovousa. Wel weer met het nodige klimmen en dalen. Er was ook
weer een "exercise": bij een bijna loodrechte wand moesten we abseilen. Touw aan een boom en Alekos liet
ons stuk voor stuk over de bergwand naar beneden lopen. Iedereen vond het een leuke ervaring. Daarna ging
het gedeeltelijk over oude boswegen en paadjes en er was weer een beek die zonder bergschoenen overgestoken
moest worden. Maar hier hebben we al wat ervaring mee, dus geen probleem. We hadden picknick in
niemandsland. Het was aardig heet die dag. Heraklis kwam ons tegemoet rijden want het laatste stuk was
"saai" volgens Alekos. Aan de rand van het dorp was een veld met een watertap. Omdat de lucht nog
onrustig was konden we nog geen tenten opzetten. We zouden wachten tot na het eten. Eerst gingen we met
z'n allen naar de Aoos om daar even lekker te zwemmen. Het water was zelfs warmer dan eerder
stroomafwaarts. Dat we terug liepen kwamen we in het dorp een taverne tegen waar we wat hebben gedronken.
Voor de avond hadden we een paar flessen retsina gekocht en voor Alekos en Heraklis twee flesjes fris,
want de jongens drinken geen alcohol.
Bij de parkeerplaats gekomen aren ze al druk aan het avondeten bezig. We kregen uiensoep en spaghetti.
Het smaakte voortreffelijk. De lucht betrok niet verder en we kregen het sein dat we de tenten konden
opzetten. Aanvankelijk dacht ik, hoe zou dat nou moeten, want dit was wel dik twintig jaar geleden dat
ik het voor het laats gedaan had. Maar in goede samenwerking met Woud lukte het ons .
Wil, onze pyromaan, had het kampvuur aangemaakt. Met zijn allen zaten we aan onze bekertjes retsina en
kwamen de verhalen en grappen los. Rondom waren overal vuurvliegjes. We gingen op tijd naar bed, want
het ontbijt was om 7.00. We hadden een limiet wat de tijd betrof, want we moesten de lijnbus halen van
Metsovo naar Ioanina. We sliepen in ieder geval beter dan de eerste nacht in onze tent.
Dag 6: langs de Aoos, eindigen we in Metsovo
Om 7.45 gingen we al op weg. Het was mooi weer en
het eerste gedeelte liepen we over de weg door het dorp. Na het dorp liepen we door hoog gras en
struiken en daarna kwamen we in het nationaal park. Hier had je vochtige stukken met kleine stroompjes,
bosschages, mos en bomen. Later stegen we weer en traverseerden we
constant met in de diepte de bearsteam van de Aoos. We liepen sneller dan de dagen daarvoor en hadden
eigenlijk te weinig tijd om van al dit prachtige stille natuurschoon te genieten. Er waren drie rivier
passages waarbij de sandalen weer uitkomst boden. De lunch werd naar binnen gepropt en daarna was het
weer op volle snelheid weer verder. Alekos probeerde inmiddels contact te krijgen met Heraklis, die
via een grote omweg ons tegemoet zou komen, wat na een aantal keren
lukte. Er kwam een pad in zicht en Heraklis kwam daarover aangescheurd. Snel het busje in voor
een race tegen de klok over een keienpad. Na anderhalf uur kwamen we op een schitterende asfaltweg, met
glimmende sneeuwmarkering-stokken in de bermen. Het leek wel Zwitserland. We kwamen ook in een rijk
stuk van Griekenland, de plaats Metsovo. De bus die we moesten halen kwamen ons tegemoet. Met veel
zwaaien stopte de bus en konden we overstappen. We hadden het kantje boord gehaald.
De rit van Metsovo naar Ioanina duurde twee uur en gaf mooie vergezichten op de zuid Pindos. Ook
bergen boven de 2000 meter, maar veel minder begroeid en droger.
In Ioanina gingen we naar ons luxe hotel. Dit lag binnen de muren van het oude domein van Ali Pasha, een
Turk die hier 150 jaar geleden de heerser was.
Als afsluiting gingen we 's avonds met Alekos en Heraklis uit eten aan het Pamvlotis meer. Op z'n
Grieks, wat inhoudt dat er van alles besteld werd en dat iedereen overal van kan eten. Eigenlijk veel
leuker dan alleen voor jezelf bestellen. We namen afscheid van Heraklis en Alekos.
Voor ons was de laatste dag aangebroken. Wil, Els, Marjo, Wim, Ria en Jan gingen nog een week verder
op eigen gelegenheid om de Olibus oftewel de Olympos te beklimmen en om naar Meteora te gaan. Els
en Wil hadden daarna nog bijna twee weken om o.a. naar Pilion te gaan.
Voor Woud en mij was deze laatste dag een zeer relaxte dag. Heerlijk door de stad geslenterd, terrasje
gepikt en geluncht. Om 13.15 kwam Evankelis ons met het busje halen om ons naar het vliegveld te brengen.
Al met al een vakantie om naar terug te kijken. Zoveel gezien en zoveel nieuwe ervaringen opgedaan
dat het moeilijk wordt om dit te overtreffen. Het was weer een prettige groep en ook mede door de
kennis, rust, humor en kunde van de beide jongens Alekos en Heraklis is dit een trip die zeker aan
te raden is.
Raymond Dijkhof
|