Gebiedsinformatie Mont Blanc
[ Historie |
Val de Chamonix |
Tour du Mont Blanc |
Informatiebronnen |
Webkoppelingen ]
Het Mont Blanc massief beslaat een duidelijk omgrensd gebied van ongeveer 50 bij 15 km. Het ligt in
drie landen: Frankrijk, Italië en Zwitserland - het drielandenpunt is de Mont Dolent. In dit deel
van de Alpen zijn relatief veel bergen boven de 4.000 m te vinden namelijk 15 van de 65 die de Alpen
in totaal telt. Zie ook de overzichtskaart.
In het massief liggen o.a. de Mont Maudit (4471 m), de Mont Blanc du Tacul (4248 m), de Aiguille du Midi
(3843 m), de Dôme du Goûter (4303 m) en de Grandes Jorasses (4205 m). De Mont Blanc is met
4.807 m de hoogste en oefent mede daardoor een magische aantrekkingskracht uit op bergbeklimmers. Het
bezit ook talrijke gletsjers, o.m. Mer de Glace, Glacier des Bossons en Glacier d'Argentière.
Klik op de foto voor een panoramafoto van de Mont Blanc
Het massief wordt omringd door grote valleien: in het westen de Vallée
d'Arve of Val de Chamonix (de Arve loopt door tot het meer van Genève),
in het oosten het Val Veni met Courmayeur, en het Val Ferret. De dalen
zijn toeristisch goed ontsloten. Winter- en zomertoerisme is het meest
intensief in het Franse deel. De in 1965 voor wegverkeer in gebruik gestelde
Mont Blanc-tunnel (11,6 km lang) verbindt Chamonix (Frankrijk) met Courmayeur
(Italië). Er is ook een kabelbaan over het massief heen - via de Aiguille
du Midi (3.842 m) - die schitterende uitzichten biedt, o.a. op de Dent
du Geant en de Grande Jorasses. Bij dagtochten 3 zijn foto's van en vanaf de
Aiguille du Midi te zien.
Berghistorie
De poëtische naam Mont Blanc is vrij nieuw,
in de 18e eeuw werd de berg nog Mont Mâlet (=kwaad of ramp) genoemd.
Zijn directe buurtop de Mont Maudit (= vervloekt, de duivel) heeft nog
wel zijn oude naam. De namen geven aan dat de berg geen lievertje is: zij
is bijvoorbeeld berucht om de plotselinge weersomslagen. In 1760 loofde
de Zwitserse natuurkundige Horace Benedict de Saussure een beloning uit
voor degene die de top het eerst zou beklimmen. Ondanks vele pogingen lukte
dat pas in 1786 aan Jacques Balmat en doktor Paccard. Een jaar later herhaalde
hij dit in gezelschap van Saussure.
De route van Balmat is met hedendaagse middelen
en inzichten relatief eenvoudig, doch het is niet de normaalroute (eenvoudigste
of standaardroute). De normaalroute gaat via de Aiguille de Goûter
waar ook een berghut ligt, en werd in 1847 voor het eerst door de berggids
Marie Couttet begaan. 500 m onder de top is een noodbivak, de Refuge Vallot,
waar ook een wetenschappelijk observatorium bij ligt. De normaalroute aan
de Italiaanse kant is moeilijker, die zijde is in het algemeen lastiger
te beklimmen.
Val de Chamonix
Chamonix is het grootste en druktste bergsportcentrum
en heeft met de gehuchten er om heen (vaste) 9.500 inwoners. In het dal
werd in 1091 een abdij gesticht, maar het was lang geïsoleerd gelegen.
Sinds haar 'ontdekking' in het midden van de 19e eeuw heeft Chamonix en
omgeving een onstuimige ontwikkeling doorgemaakt. Er zijn hier werkelijk
allerlei sporten te beoefenen, zoals bergklimmen, skiën, parapente,
deltavliegen, maar ook vissen, schaatsen enz. Parapente wordt druk beoefent
en domineert met goed weer de lucht, al is het in het hoogseizoen wegens
mogelijke reddingswerken niet aan de kant van de Mont Blanc toegestaan.
Tour du Mont Blanc
De Tour du Mont Blanc (TMB) is een gemarkeerde trektocht van bijna 200 km om het Mont Blanc massief heen,
die dus zowel door Frankrijk, Italië als Zwitserland loopt. Voor de hele TMB heb je ongeveer 10
wandeldagen nodig. Er zijn allerlei varianten mogelijk, zoals de Petit Tour du Mont Blanc: het deel van Les
Houches tot Courmayeur en dan via de tunnel of de kabelbaan naar Chamonix.
Dat is wat ik in de eerste tocht heb gelopen, op de tunnel/kabelbaan terug naar Chamonix na. Later heb ik diverse dagtochten
gemaakt die deels de TMB volgden: een keer vanuit het Val Ferret (grensovergang van Zwitserland naar
Italië), en vanuit het Val de Arve (van Zwitserland naar Frankrijk). Zie ook de routekaart.
De beste tijd is van juli tot en met september, doch daarvan zijn de eerste 2 maanden enorm druk.
Houdt er rekening mee dat je voor overnachtingen vooraf moet reserveren.
In juni ligt er nog veel sneeuw, oktober is eventueel nog mogelijk doch houdt er wel rekening mee
dat de dagen veel korter zijn.
Informatiebronnen
Er zijn enorm veel boeken over het gebied. Mijn bescheiden bronnen waren:
-
De Tour du Mont Blanc, de topo van het FFRP
-
Tour of Mont Blanc door Andrew Harper, uitgave Cicerone Press
-
De Franse Alpen, reisgids van de ANWB (gouden serie)
Verder zijn kaarten natuurlijk onmisbaar:
-
De beste kaart van het massief is nr. 3531-est van de serie bleue van het IGN, St.
Gervais-les-bains (1:25.000)
-
Val Ferret en Vallée du Trient: de Carte pédestre Grand Saint Bernhard,
Carte Nationale de la Suisse (1:50.000)
-
Italiaanse kant (Aosta): Massicio del Monta Bianco, IGC nr. 4 (1:50.000)
Webkoppelingen
|