Gebiedsinformatie
[ Nationaal park
| Jostedalsbreen
| Praktische info ]
Het Noorse gebergte kent minder spitse toppen, scherpe kammen en grillige vormen dan de Alpen. Dat heeft
verschillende oorzaken. Het is veel ouder, het land is de laatste ijstijd
bijna geheel door de ijsmassa's overdekt geweest, die enerzijds diepe dalen en fjorden hebben uitgeslepen,
maar anderzijds egaliserend hebben gewerkt. De machtige, alles overdekkende ijslagen hebben veel
puin achtergelaten, dat voorts in vele beken en rivieren verstoppingen veroorzaakte en Noorwegen maakte tot
het land van de talloze meren en meertjes. Overigens kennen de fjordenhellingen opvallend weinig puin, dit
is kennelijk allemaal afgevoerd al is het maar naar de bodem van de fjord.
Jotunheimen is onderdeel van het Caledonisch gebergte, voor geologische informatie zie de pagina over
gebergtevorming.
Weer
De Noord-Atlantische Oceaan voert warm oppervlaktewater aan waardoor in Noorwegen nabij de zee over een
grote afstand een zeer gematigd klimaat heerst: koele zomers, zachte winters, veel neerslag (2.000 mm
per jaar, in de westelijke berggebieden wel 3.000 mm). Het Caledonisch gebergte van ca. 2.000 m hoog
evenwijdig aan de kust veroorzaakt een geheel ander klimaat in het oosten van Noorwegen: strenge winters,
zomerse hitte en weinig regen (350 mm in Gudbrandsdal, aan de oostzijde van het gebergte).
Het kan in het hooggebergte erg koud zijn; bijv. 2°C overdag op 1.500 m hoogte in midden juli is niet
ongewoon. Maar elders komen temperaturen boven 30 graden evenzeer voor.
Hoewel extreem hooggebergte in Noorwegen niet voorkomt, heeft men bij bergtochten door de noordelijke
ligging van het land wel degelijk te maken met het klimaat van het Alpenhooggebergte. De risico's bij een
snelle weersomslag zijn bepaald niet gering. De grote sneeuwvelden treft men reeds op hoogten van 1.000 m aan;
sommige gletsjertongen in Midden-Noorwegen reiken tot bijna in de zee.
Nationaal park Jotunheimen
Jotunheimen is het de hoogste bergland van Noord-Europa. Het wordt in het oosten begrensd door het
Gudbrands- en Valdresdal, en in het zuiden door de Sognefjord. 'Jotunheimen' betekent 'het huis der
reuzen', wat verklaarbaar is uit het feit dat hier 250 toppen boven de 1.800 m liggen. Het is sinds de
romantiek in de 19e eeuw beroemd geworden en een nationaal symbool.
De hoogste zijn de Galdhøpigen (2.470 m) en de Glittertind (2.469 m). Het grootste deel ligt boven de
boomgrens (hier 1.100 m) en varieert globaal van 800 m in de dalen tot 1.400 m op de toppen.
Van het totale oppervlakte van 3.500 km2 is 1.145 km2 Nationaal Park, gesticht in 1980.
Omdat de economische waarde beperkt was er minder discussie over de vorming van dit Nationaal Park dan bij
andere gebieden. Het toerisme vormt inmiddels de grootste bedreiging.
Fauna
Behalve de bekende rendieren komen voor: konijnen, vos en poolvos, lynx, wolven en verschillende kleinere
dieren (muizen, wezels en lemmingen). Ook verschillende vogels (van kraaien en raven tot adelaars). In het
hooggebergte komen de (grotere) dieren minder voor.
Wandel- en klimmogelijkheden
Bijzonder mooi zijn de talloze, soms zeer grote meren, lieflijke dalen en bergweiden, en schilderachtige
(zomer)boerderijen. 's Zomers een paradijs voor wandelaars en bergklimmers (beste tijd juli-september),
's winters is het één groot ski- en langlaufgebied (beste tijd maart-april).
Het is een zeer bekend en vanwege het natuurschoon en de vele wandelmogelijkheden een populair gebied,
met name ook voor Noorse bergsporters. De route van Gjendesheim naar Memurubu over Besseggen is het
meest gelopen, deze tocht volgt een scherpe bergkam en wordt ook beschreven in Ibsens' 'Peer Gynt'. Het
Hurrunganemassief is het beste (maar niet enige) gebied voor rotsklimmen (van simpel tot zwaar, met
15 touwlengtes). Het weer is echter weinig stabiel, het is geen Zuid-Frankrijk!
Nationaal Park Jostedalsbreen
De Jostedalsbre of Jostedalsbreen is met een oppervlakte van 1.230 km2 het grootste
vergletsjerde plateau van het Europese vasteland, op een hoogte van 1.400 tot 1.800 m. De centrale berg is
de Høgste Breakul (1.953 m). De gletsjer heeft een lengte in noord-zuid richting van ongeveer 100 km. De ijskap varieert maar is
gemiddeld 600 m dik, met talloze gletsjertongen aflopend naar de dalen. Net als vele andere Europese gletsjers smelt de Jostedalsbreen
steeds verder af.
In het gebied kunnen twee delen worden onderscheiden: de Jostedalsbreen zelf en het Breheimen, het
gebied ten oosten daarvan met hoge bergtoppen en enkele kleinere gletsjers. Het Nationaal Park is gesticht in
1991 en omvat bijna alleen de ijskap, weinig van de dalen en niets van Breheimen. Dit betekent dan Breheimen
niet beschermd wordt (elektriciteitsopwekking m.b.t. waterkracht vormt een bedreiging).
De gletsjer heeft grote invloed op het weer in de regio. Het vormt ten eerste een barrière voor de
weersinvloeden vanuit het westen, aan de oostelijke kant is het weer meestal beter. Ten tweede vormt de
gigantische ijskap vanwege de lage oppervlaktetemperatuur vaak een eigen hoge druk gebied. Dit resulteert
in de zomer in koude winden die rondom omlaag naar de dalen waaien.
De lokale bevolking trekt al sinds mensenheugenis over de gletsjer omdat dit de kortste weg is naar
verwanten in andere dalen. Het wordt afgeraden op zonder gids op je eigen houtje over de ijskap te gaan.
Praktische informatie
Reizen
Er is een uitgebreid hoewel weinig intensief bereden net van busverbindingen. In het fjordengebied en op de
meren in het Nationaal Park Jotunheimen zijn ook bootverbindingen. Er zijn maar weinig treinverbindingen.
Zwerven door Noorwegen gaat daarom het best met een auto. In de berggebieden wordt voor de plaatselijke
wegen vaak tol geheven. In Jotunheimen is de bewegings- en parkeerruimte beperkt.
Overnachten
Den Norske Turistforening (DNT) onderhoudt in Jotunheimen 6 bemande en 15 onbemande hutten met in totaal
600 slaapplaatsen (zelden minder dan 4 bedden per kamer). Overnachtingen en eten in Noorwegen zijn niet
goedkoop. Vanwege de korting die je als lid krijgt is het vanaf twee overnachtigingen al voordelig om lid
te worden van de DNT. 's Zomers kunnen de hutten meer dan vol zijn, al laat men nooit mensen in de kou staan.
Verder kan je overal vrij kamperen, ook in de Nationale parken, zolang je de basale fatsoensregels
(zoals afval meenemen) in acht houdt. Dat maakt het vrij rondtrekken erg aantrekkelijk, al moet je dan op
zo'n lange trektocht als wij gemaakt hebben veel (lichtgewicht) voedsel meenemen.
Documentatie
-
Gerhard Lemmer e.a.: Noorwegen (serie Verken de wereld) van Nelles guide/Het Spectrum, 1997.
-
Kaart Jotunheimen 1:100.000, Statens Kartverk og J.W. Cappelens forlag i.s.m. Den Norske Turistforening,
nr. 45 van de serie. Er zijn ook kaarten van 1:50.000: Jotenheimen Aust (oost) Turkart nr. 2503 en
Jotenheimen Vest (west) Turkart nr. 2505.
-
Kaart Jostedalsbreen en Breheimen 1:100.000, Statens Kartverk, bestelnr 2229, serie Turkart. Van dit gebied
bestaan ook kaarten 1:50.000.
Webkoppelingen
|