Voettocht Jotunheimen
Inlooptocht Jostedalsbreen
| Trektocht Jotunheimen
In juli 2001 nam ik deel aan de Vreemde Voettocht in Jotunheimen, georganiseerd door de NKBV. Voordat we
daar door trokken maakten we eerst nog een inlooptocht van 4 dagen nabij de Jostedalsbreen, daar niet ver
vandaan. De groep bestond uit 8 deelnemers en tochtleider Jasper.
Kleurige houten huizen
We reizen met de trein, bus en boot. Vanaf Oslo wordt het treinreizen pas echt interessant, met vergezichten op
prachtige Noorse landschappen. Veel grote bossen, tijdens onze de voettocht zullen we die nauwelijks zien.
Via een romantisch bergtreintje met aan alle kanten watervallen arriveren
we in Fläm, aan een zijarm van de Sonjefjord. Met een snelle catamaran arriveren we in Balestand, 32 uur (!)
na het vertrek uit Utrecht. Die eerste nacht in de tent slapen we erg lekker... De kleine dorpjes langs
de fjorden bestaan grotendeels uit kleurige houten huizen. In Balestand staan erg fraaie exemplaren uit het
begin van de vorige eeuw, in een romantische stijl met veel bewerkte balkonhekken en drakekoppen aan de
daken. Mijn tentmaatje Philip is een kenner, hij bewoont in Nederland ook een houten huis van Noorse
origine.
Inlooptocht Jostedalsbreen
De volgende dag weer een prachtige tocht over de Sonjefjord naar Fjaerland. Daar bezoeken we het
gletsjermuseum. Zeer de moeite waard, vooral de film van de Jostedalsbreen, de grootste
gletsjer van het Europese vasteland (breen = gletsjer). Deze film is met meerdere camera's tegelijk opgenomen
en wordt rondom de zaal geprojecteerd.
Start vanaf zeeniveau
Raar om te bedenken dat Fjaerland op zeeniveau ligt, temidden van zo'n alpien landschap. Van daaruit beginnen
we de inlooptocht en klimmen 700 m. Het begint steeds harder te regenen, uiteindelijk vinden we een
geschikte kampeerplek en krijgen vanuit de tent een snelle warme hap toegereikt.
De volgende morgen lopen we een stukje voordat we tijdens het ontbijt onze spullen wat kunnen laten
drogen. Bij het meertje onder de Steindalseggi maken we de eerste oversteek door een steenkoude rivier.
Alles gaat lekker gloeien zodat we opgewekt de eerste col bereiken: de Sogndals eggi (1.384 m).
Van daaruit vlot omlaag tot Anestølen, waar een aantal zomerboerderijen de uitvalsbasis zijn van schapen,
geiten en prachtig glanzende koeien.
Sleutelpassage
Dan komt de spannendste dag, we gaan nu over ongebaande paden de Tverrdals pas proberen om naar Veitastrond
in het volgende dal (Tuftadalen) te komen. Eerst passeren we een fraai keteldal. Bij het grootse
Tverrdals Sind (meer) wordt het moeilijk. Jasper gaat diverse malen op verkenningstocht om de veiligste route
zoeken, we klauteren veel over grote blokken: het neemt allemaal erg veel tijd.
Uiteindelijk klimmen we via een top tot op de Steindalsbreen vanwaar we een indrukwekkend uitzicht over de
omringende ijskappen hebben. Midden op de gigantische Jostedalsbreen is de Kvitekol (1.915 m), 22 km
verderop, nog zichtbaar. De pas blijkt de sleutelpassage: de afdaling naar het volgende dal blijkt
veel te steil en te riskant. Jasper had deze afdaling wel ooit gedaan, maar in de winter toen er veel sneeuw
lag, wat een heel andere situatie blijkt te zijn. We moeten dus dezelfde weg weer terug. Het is even slikken,
maar uiteindelijk is het toch een hele mooie inlooptocht. Gelukkig is het windstil, en besluiten we op de col,
met een schitterend uitzicht op het Tverrdals Sind, de tenten op te slaan.
De volgende dag blijkt de terugweg heel wat makkelijker dan de heenweg, zonder alle gezoek. Vanuit Anestølen
lopen we over een asfaltweg naar de autoweg, vanwaar we de bus terug naar Fjaerland nemen.
In Fjaerland pikken we het voedseldepot wat we hadden aangelegd weer op en reizen de volgende dag per bus
door naar Sogndal, een grote plaats in verhouding tot de gehuchten langs de fjorden. Met een luxe bus gaan
we door naar Turtagro, het startpunt voor de tocht in het Nationaal Park Jotunheimen.
Trektocht Jotunheimen
Het beroemde hotel van Turtagro blijkt afgebrand en wordt weer nieuw opgebouwd, daar zijn alleen betonmolens
te zien. Voor ons ligt een schitterend landschap met veel struikjes, en een woest stromende rivier. In de verte
doemt de Hurrungane op, een steil, haast zwart bergmassief met veel gletsjers, dat me aan de Bernina denken en
wel de Noorse 'Matterhorn' genoemd wordt. Langs de rivier gaan we omhoog, en dan een hoogvlakte over naar de
meertjes bij de Stygedalsbreen, waar we een mooie kampeerplek vinden met toppen (Skagatol, 2.405 m) van het
Hurrungane-massief boven ons.
De paden zijn in Jotunheimen over het algemeen makkelijk en goed gemarkeerd. De inlooptocht was wat dat
betreft veel lastiger.
Herfstkleuren
Als we de Gjertvasdalen verder gaan begint het gestaag te regenen. Beneden lunchen we provisorisch schuilend
onder de hangbrug Storabrua. Door het Storutladalen langs een riviertje weer omhoog, ondanks de regen is het
erg mooi, met veel bloemen, paddenstoelen en struikjes in herfstkleuren. Boven passeren we een meertje met
een stuwdam, één van de talloze in Noorwegen. Iets verder passeren we het bekende recept weer toe: de groep
gaat de tenten in, lekker droog en warm in de slaapzak, en twee mensen koken in de regen een snelle maaltijd.
Sauna
De volgende dag nemen we een halfverharde weg, en zijn snel bij fraai blinkende meertjes en het grote maar erg
lelijke berghotel Leirvassbu. Dan een blokkenveld door naar het Visdalen. We lopen een tijd langs de sterk
gezwollen rivier de Visa, en het begint weer te regenen. We raken het pad kwijt en steken de brede en
woest stromende rivier over, wat chaotisch maar zonder ongelukken. Er volgt een hoosbui zodat we kleddernat
aankomen in Spitterstulen, een mooi en luxe berghotel met kampeervoorzieningen. En wat voor voorzieningen!
Omdat het buiten het hoogseizoen is (wintersport) mogen we als kampeerders toch gebruik maken van de sauna en
het zwembad. Heerlijk!
Toppoging Galdhøpiggen
We hebben een halve rustdag en ik ga met Philip, Gustaaf en Jasper de Galdhøpiggen beklimmen. Met 2.469 m de
hoogste berg van Noorwegen, en wat makkelijker dan de Glittertind (2.466 m) die ook op loopafstand ligt, maar
waar op dit moment meer sneeuw is gevallen. Bij nog meer sneeuw wordt de Glittertind overigens de hoogste
Noorse berg.
Eerst zien we een drietal rendieren voorbij snellen. Het gaat steil omhoog, we zijn omgeven door wolken met
af en toe de zon erdoor. Na 1.000 m klimmen komen we op een soort tussenplateau, en begint het te sneeuwen met
een harde, ijskoude wind. De rotsblokken worden glad, de top is permanent in de wolken: we besluiten weer af
te dalen. Tijdens de afdaling hebben we schitterend mooie doorkijkjes door de optrekkende wolken, naar het dal
beneden.
Na regen komt zonneschijn
We lopen terug door het Viadalen en gaan Uradalen in. Achter ons hangen zeer dreigende donkergrijze wolken,
maar het blijft droog, al staat er boven wel een felle en steenkoude wind. Niettemin is de stemming uitstekend:
we proppen de tenten tussen enkele stroompjes die met 'waterwerken' bedwongen worden.
De ijskoude wind is de volgende morgen gebleven, maar er is wel zon. We slaan het uitgebreide ontbijt maar even
over. We passeren veel meertjes en uitgestrekte blokkenvelden, als het pad sterker gaat dalen wordt het
behaaglijker en eten we een hapje. Het wordt steeds mooier, een schitterende waterval Hellerfossen
en groen dal eindigen in berkenbossen en we arriveren bij berghotel Gjendebu, mooi gelegen aan een groot meer,
de Gjende. Hier nemen Erwin en Rene de boot naar het eindpunt, Erwin kampt al sinds het begin met een
beenblessure en heeft het wel gehad.
De laatste etappe
Wij gaan nog een steile klim met handen en voetenpassages naar de Svartdalen (laatste foto gebiedsinformatie).
De volgende dag weer strakblauw maar windstil, waardoor de bergwanden prachtig weerkaatsen in de meertjes
(foto beginpagina). Na een snelle klim van 300 m komen we in het Leirungsdalen, dat begint met rotsformaties
en aan weerszijden gletsjers, maar steeds groener wordt. Een zeer relaxte wandeling, op het eind van het dal
vinden we een mooie kampeerplek.
Biertje
De laatste dag is een makkie, het pad slingert zich door een breed dal naar het eindpunt Gjendesheim. Op het
laatst nog een verrassing: de Gjende eindigt in een brede rivier de Sjoa, de berghut ligt schijnbaar
onbereikbaar aan de overkant, met Rene en Erwin, pesterig zwemgebaren makend. Er blijkt echter een autoclaxon
aanwezig, waarmee we de roeiboot van de overkant kunnen roepen, en zo eindigt de voettocht op het terras met
een lekker biertje (niet niks hier in Noorwegen).
|