|
Naar de bronnen van de Rijn - deel 2
[ Dag 5 |
Dag 6 |
Dag 7 |
Dag 8 |
Dag 9 |
Dag 10 ]
Vervolg wandeldag 5: Vulkanisch
Daarna klimmen we lang en steil omhoog, waarbij de groep wegens tempoverschillen een beetje uitwaaiert.
Op de Passo di Gana Negra overheersen zwarte rotsblokken het landschap, het ziet er vulkanisch uit.
In de verte zien we al het stuwmeer Lago Luzzone liggen waar we morgen langs gaan. In het Val di Campo
dalen we af naar de gezellige Capanna Boverina,
die in een boerengehucht ligt. Op het zonnige terras eten we een ijsje en kletsen wat met een leuk Italiaans
gezin met een grote hond.
Helaas blijven we maar 1 dag in deze hut. Zaterdag (6) dalen we door een mooi bos helemaal tot Campo
(1.200 m) in het Val Camadra. We steken de Brenno over die op de Piz Medel (3.210 m) ontspringt,
de hoogste top waar we met deze tocht omheen lopen.
Dan gaat het weer steil omhoog naar het Lago Luzzone. De stuwdam is zeker 200 m hoog, wat je goed voelt
als je de klimhaken van bovenaf bekijkt die in het midden zijn aangebracht.
Ingewanden
Aan het andere eind van het stuwmeer gaan we via een fraaie kloof weer verder omhoog. Er zijn twee
steenbokken omlaag gestort, je ziet ze in de diepte liggen, en hun ingewanden liggen dwars over het pad.
Wessel, die voor dierenars gaat studeren, kan er geen genoeg van krijgen ... Steenbokken zijn veel zwaarder
dan gemzen, en willen in een onbezonnen ogenblik (bronsttijd) nog wel eens vallen.
Na 500 m klimmen (veel bloemen) komen we bij de
Capanna Motterascio,
waar je een geweldig uitzicht over de bergen hebt, zie panorama 1.
Opzij van de hut zit een familie alpenmarmotten, waar we op deze tocht vele tientallen van gezien hebben.
Piz Coroi
In het programma was aangegeven dat onder goede weersomstandigheden de Piz Terri (3.149 m)
beklommen zou kunnen worden. Gosse had echter bij de voorbespreking al aangegeven dat dit voor een grote
groep technisch waarschijnlijk niet haalbaar zou zijn, en eerdere groepen het ook nog nooit echt gedaan
hadden. 's Avonds had hij met Ine de route op de Terri nader bekeken en zijn conclusie was dat het
inderdaad niet verantwoord was.
Maar we hebben een prachtige alternatieve tocht gelopen, over de bergrug van de Piz Coroi (2.785 m).
Zaterdagmorgen (7) drijven er wolken langs de bergketens, maar komt de zon steeds meer tevoorschijn. Dat
levert op de beklimming van de Coroi mooie plaatjes op, zie panorama 2.
Opeens zien we een grote schaduw over de berghelling glijden: een steenarend zweeft over de vallei. Dit is
een indrukwekkende vogel (spanwijdte tot 225 cm) die in 10 minuten het hele Greinermassief heeft afgezocht.
Die avond zien we hem nog eens vanuit de hut rond een top zweven.
Boven gekomen lopen we een stuk over de graat, met mooie uitzichten naar het Greinerdal en de uitlopers naar
het zuiden; in de verte zijn de witte reuzen van Wallis te zien.
Dan volgt een afdaling over een ongebaande puinhelling, en in het Greinerdal lopen we naar de Capanna
Scaletta waar veel dagjesmensen vanaf een parkeerplaats omhoog komen.
Stuwmeer of Nationaal Park?
Daarna lopen we door het uitgestrekte Greinerdal, waarover al jaren heftige strijd wordt gevoerd tussen de
energie- en de milieulobby. Al in de 20-er jaren werden plannen gemaakt om hier een stuwmeer te maken, maar
de laatste jaren krijgt het natuurbehoud de overhand en wordt de status van Nationaal Park voorbereid.
Het dal oogt in eerste instantie niet zo bijzonder, maar hoe langer we er rond lopen hoe mooier ik het ga
vinden. Er zijn veel kleine meertjes met waterplanten bijvoorbeeld, en uitgestrekte alpenweiden met
meanderende beekjes.
Maandag (8) lopen we in een halve dag naar de volgende hut. We gaan weer via de Greinervallei over een
uitgestrekte groene vlakte waar koeien grazen. Op het eind stort het riviertje zich in een diepe kloof en
gaat het over een korte afstand zo'n 1.000 m naar beneden (daarmee wordt ook duidelijker waarom een
stuwmeer hier aantrekkelijk zou zijn).
We gaan met een korte steile klim de Motta Greino over en zien dan beneden ons de het liggen. De
Camona de Terri
is een moderne hut die op een subtopje ligt. In het valleitje voor de hut zijn allerlei kunstobjecten
te zien. Na een lekkere maaltijdsoep worden er plannen voor de middag gemaakt: vier mensen gaan de Piz
Greina een stuk op (tot de gletsjer), twee mensen blijven lekker een middagje in de hut, en ik ga met
Leendert en Ine een tocht door het Greinerdal maken tot de Passo della Greina.
Eerst komen we allerlei kunstwerken tegen, waarvan sommigen heel aardig zijn. Ook is er een informatiebord
over de strijd rond de status van natuurpark. Het is heel lekker om eens helemaal geen tempo te hoeven maken,
en lekker te filosoferen met uitzicht op de alpenweiden.
Zie ook panorama 3, 4 en 5.
Noodweer
De volgende dag (9) zou de zwaarste dag worden. Helaas blijkt het behoorlijk te regenen. Zuchtend gaan de
regenpakken aan. Afgezien van het rotweer is het wel een prachtige afdaling het Val Sumvitg in, 800 m
omlaag naar het zijdal Val Lava. Daar stopt de regen even, als we weer omhoog gaan klimmen over de
noordelijke berghelling (richting Piz Stavelatsch). We hebben een mooi kijkje terug naar het dal waar we
net zijn afgedaald.
Maar als we op de open berghelling komen gaat het weer steeds harder regenen en waaien. Op deze hoogte
krijgen we de volle laag. Gelukkig is alleen het begin wat lastiger lopen met blokkenvelden, daarna wordt
het pad weer overzichtelijker. We lopen nog ruim 2 uur in dit noodweer (het lijkt veel langer), en sommigen
krijgen last van de kou. Onderweg passeren we nog het warme hutje van een herder met 4 honden, die ons
voorspiegeld dat het nog een halfuurtje lopen is.
Als we eindelijk bij de Camona del Medel komen staat de huttenwaard (met zwarte hoed) ons buiten op te wachten, en heet
ons welkom. Binnen kunnen we meteen de natte spullen in de droogruimte kwijt, al vond ik de petroleumbranders
onder de opgehangen jassen wel link...
Maar het is een prachtige hut die als een soort adelaarsnest op een col ligt. Twee oude baasjes vertroetelen
ons met hun zorgen en we drinken er nog maar een wijntje op.
(achteraan v.l.n.r.): Leendert, Jaap, Marion, Marleen, Ine (net zichtbaar) en
Gosse (tochtleider); (vooraan v.l.n.r.) Michael, Jet en Wessel
De laatste loodjes
De volgende dag is het nog eens 1.000 m dalen naar Curaglia. Dat doen we in een rustig tempo (blessure
Michael) maar we zijn er toch met 3 uur lopen. Daar kunnen we eten inkopen voordat we in de bus naar
Disentis stappen. In Disentis nemen we het bergtreintje naar de Oberallpas, waar we dus weer bij het
beginpunt en de auto's zijn.
Michael, Jet en ik gaan eerst nog even langs een garage in Andermatt en rond 16 uur vertrekken we weer
naar Nederland. In Duitsland is het eerst bloedheet, maar later op de avond komen we in behoorlijke
onweersbuien terecht. Niettemin kunnen we gestaag doorsjezen en zijn we om 1 uur 's nachts weer in Amsterdam.
Meer foto's van de tocht zijn te zien op de website van
Marion.
|
Thuispagina
>
Gebieden
>
Val Medel
>
Reisverslag trektocht deel 2
Copyright © Jaap van der Veen |
Disclaimer
|
|