|
Naar de bronnen van de Rijn - deel 1
[ Dag 1 |
Dag 2 |
Dag 3 |
Dag 4 |
Dag 5 ]
10-daagse huttentrektocht
De tocht werd georganiseerd door de NKBV. Onze
groep - bestaande uit 8 deelnemers en 1 tochtleider - verzamelt zich 9 augustus 2004 om 10.00 uur op de
Oberallpas. De leeftijden van de groepsleden varieren van 30 tot in de 60 jaar, bijna iedereen heeft
ruime bergervaring.
Even voorstellen (vooraan, v.l.n.r.): Michael, Ine, Marleen, Marion, Gosse
(tochtleider), Jet, Leendert en Wessel (de 3 mensen links achter horen er niet bij)
We gaan 10 dagen boven het begin van het Rijndal trekken en verblijven daarbij steeds in hutten van de
SAC (Zwitserse Alpen Club). In 3 hutten blijven we 2 nachten, om vanuit de hut een top te kunnen doen.
Omdat we geen kampeer- en kookspullen hoeven mee te nemen hebben we lichte rugzakken (maximaal 12 kg, al
houdt niet iedereen zich daaraan).
Deze lange huttentocht is mij goed bevallen. Voorheen had ik meestal ook een tent bij me, nu profiteer ik
van het beperkte gewich van mijn rugzak. De hutten zijn in de weekeinden wel erg vol en is het met
slapen wel even wennen. Maar mijn pas aangeschafte siliconen oordopjes blijken een uitstekende bescherming
tegen de soms heftige snurkgeluiden ...
Rheinquelle
De eerste dag (1) is een makkie. In 2 uurtjes lopen we naar de Maighelshut.
's Middags is het miezerig weer, maar we doen toch een topje: de Piz Cavradi. Van daaruit zien we aan de
overkant het Lai di Tuna liggen waar de Rijn geacht wordt te ontspringen.
De volgende dag (2) doen we dit meertje aan op weg naar de Piz Badus. Bij het meertje geeft een plakkaat aan
dat de Rijn er nog 1.320 km over doet voor hij de Noordzee bereikt. Maar volgens Wikipedia is het 1.243 km
naar Hoek van Holland, en doet de Rijn er 1.281 km over tot hij de Afsluitdijk bereikt, zie
stroomgebied Rijn.
Piz Badus
Dan verder langs meanderende beekjes omhoog. We komen op de Alpetli-graat in blokkenterrein, en klauteren
door naar de Piz Badus (2.928 m). Daar kunnen we ver om ons heen kijken, we zien aan de andere kant in de
diepte Andermatt liggen. Daarachter ligt het Winterbergmassief met een aantal gletsjers.
Omlaag lopend hebben we mooi zicht op het Lai di Tuna (foto beginpagina). We nemen weer de normaal-route,
er is wel een variant maar dat is te heftig klauteren. We komen beneden nog wel door faarie stukjes met veel
mos in allerlei kleuren.
Steenmannetjes kerkhof
Woensdag (dag 3) mist en miezert het. In regenpakken gaan we het Maighelsdal in. Mooie, meanderende beek,
veel moerasachtige stukjes met 'pluisbloemen'. Als de vallei gaat stijgen komen we een kerkhof van
steenmannetjes tegen. Het resultaat van een kunstproject met kinderen, erg leuk.
Na 4 uurtjes (exclusief pauzes) lopen komen we in de Capanne Cadlimo.
Daar worden we door een vaderlijk figuur welkom geheten. Later blijkt dit niet de huttenwaard maar een
vrijwilliger.
Steenbokken
De volgende dag (4) is het nog steeds mistig op deze hoogte, maar we maken toch een mooie tocht (klauteren,
sneeuwveldjes, meer met ijsschotsen, grashelling met blokken) naar de Piz Borel. Onderweg zien we een groep
van 9 steenbokken die ons vanaf de kam in de gaten houden. De avond ervoor hadden we vanuit de hut er ook
al een gezien, afgetekend tegen het avondlicht.
Enkele tientallen meters onder de top wordt de wind zo sterk en koud, en de mist dichter, dat we besluiten
om terug te keren naar de hut.
Wegens het slechte weer blijven we de rest van de dag in en rond de hut, waar Gosse (tochtleider) een
aantal deelneemsters bijschoolt in kaart en kompas.
Veel meertjes
De vrijdagmorgen (5) zien we eindelijk de zon weer. We hebben een flinke dag voor de boeg en vertrekken al
vroeg.
Vanwege het mooie weer doen we niet de meest rechtstreekse route (via het Val Cadlimo) naar de volgende
hut, maar lopen eerst naar het zuiden langs mooie meertjes naar het Val Piora. We dalen eerst langs bemoste
grashellingen. Bij het Lago di Tom draaien we naar het oosten. Bij het Lago Cadagno bezwijkt Gosse voor de
druk van (met name) de deelneemsters om een lekkere capucino te nuttigen.
In het Val Piora gaat het geleidelijk weer omhoog. Het dal is bekend om zijn talrijke bloemen, die gelukkig
nog steeds te bewonderen zijn. In de diepte een ravijn, waarvan de rivier en het pad elkaar steeds dichter
naderen.
Dan komt een veel minder mooi stuk: de kale Passo d'Uomo en het lelijke stuwmeer Lai da Somga Maria. Op de
Passo del Lucomagno sla ik verse kaas in bij een stalletje en houden we wat verderop een uitgebreide lunch.
|
Thuispagina
>
Gebieden
>
Val Medel
>
Reisverslag trektocht deel 1
Copyright © Jaap van der Veen |
Disclaimer
|
|