Parco Nazionale del Gran Paradiso
Oorspronkelijk was het gebied van het Val di Rhême tot aan de plaats Cogne het jachtgebied
van koning Vittorio Emanuele II (1856). In 1919 schonk Vittorio Emanuele III het gebied aan de
staat om er een nationaal park van te maken.
Het Nationale park zelf wordt begrensd door de Gran Eyvia in het Val di Cogne in het noorden,
en het Valle di Locana met de Orco in het zuiden. Val di Cogne staat bekend als het minst
aangetaste dal in het noordelijke deelgebied, vooral bij Liliaz met de grote waterval. Zie
onderstaand kaartje.
Ligging van het park
Klik er op voor de gedetailleerde kaart (172 kB)
Dierenparadijs
Er leven naar schatting 6.000 gemzen in het gebied. Ze zijn net een slag kleiner, en leven in
dezelfde biotoop. Ze zijn schuwer dan de steenbokken. Deze behendige klimmers kunnen enorme
sprongen maken, tot 4 m hoog of 6 m ver. 's Zomers zitten ze op de hoogste weiden, 's winters
dalen ze af tot in de bossen. Een probleem met de grote zoogdieren is dat ze geen natuurlijke
vijand meer hebben, waardoor overbevolking dreigt. Er wordt al jaren gediscussieerd over selectief
jagen of invoeren van de Lynx.
Oer-geiten
Het bekendst is het gebied van de steenbokken. Zij kwamen vroeger veel meer voor in de Alpen,
maar werden door de jacht sinds de 18e eeuw met uitsterven bedreigd. Toen ze koninklijke
bescherming kregen waren er nog maar een honderdtal over. Aanvankelijk groeide de populatie
weer, maar in de Tweede Wereldoorlog kregen ze weer een gevoelige knauw. In 1945 was de situatie
nog heel slecht: er waren nog maar 419 steenbokken overgebleven. Dankzij een goed beheer is de
populatie sterk gegroeid. Nu leven er ongeveer 4.000 van deze forse 'oergeiten'. Ze kunnen circa
150 cm lang en tot 100 cm schouderhoogte uitgroeien, en hebben vervaarlijke horens. Zij leven in
kudden, meestal in rotsachtige gebieden boven de boomgrens. In de zomer leven de vrouwelijke
dieren met hun jongen apart van de mannetjes. In de winter leven ze juist samen. Sinds ze niet
meer zo bejaagd worden zijn ze zelfs tamelijk tam geworden en kunnen ze goed geobserveerd worden.
Je kan ze vaak tot op enkele meters afstand benaderen.
Klik op de foto voor een panoramafoto van steenbokken
Alpenmarmot
De grootste groep grote zoogdieren zijn de Alpenmarmotten met 10.000 stuks.In rustige, groene
dalen met veel rotsblokken kan je hem vrij makkelijk observeren. Dit grappige dier is zo groot
als een flinke kat. Hij is overdags actief en houdt van zonlicht. Zijn alarmsignaal is een hoge,
schrille schreeuw, waarna hij snel weer in zijn hol onder een rotsblok duikt. Hij leeft boven
de 1.800 m, heeft een zomer- en winterverblijf en eet veel planten om 's winters voldoende vet
te hebben. Hij is wreed bejaagd, en valt na zijn winterslaap ook ten prooi aan roofdieren. In de
Alpen is het een algemeen voorkomend dier, dat de laatste jaren weer in aantal toeneemt.
Verder leven er nog vele andere dieren in het park, zoals de vos, hermelijn, sneeuwhaas,
steenarend, oehoe, korhoen, sneeuwhoen en steenpatrijs.
Flora
In het park en nabije omgeving vindt men ongeveer 1.500 plantesoorten. Veel bekende
alpenbloemen, als edelweiss en ranonkels, maar ook zeldzame soorten zoals het linneausklokje,
de gentiaan, zwarte vanilleorchis, primula's, alpenmargrieten en campanula. Een aardige indruk
van de soortenrijkdom biedt het in 1955 gestichte Gardino Alpo 'Paradisia' bij Valnontey.
De bossen bestaan voornamelijk uit dennen.
Parkregels en voorzieningen
De toegang is gratis. Behalve de standaardregels zoals op de paden blijven, geen vernielingen
aan planten aanbrengen, geen dieren storen en geen afval achterlaten, geldt nog dat er binnen
het park niet gekampeerd mag worden. Wel zijn er genoeg kampings in alle belangrijke dalen.
Er zijn 12 berghutten en 15 stenen bivaks, variërend van hutten tot hotels.
Meer informatie
De website van het
Parco Nazionale Gran Paradiso.
Informatie over flora en fauna, overnachtingen, en dergelijke, ook veel foto's.
|