|
Een hete zomer tussen meren en vulkanen
Deel 2: van woensdag tm zaterdag
Woensdag
De volgende dag halen Michael en Philip de auto van Michael uit Orcival op om die in Super-Besse neer te
zetten, waar we over twee dagen denken te zijn. Om 9 uur zijn ze terug en gaan we na het ontbijt weer
in de hoeven. We kiezen voor zo ver mogelijk varianten door bosachtige stukken. We raken zo met een groep
Fransen aan de praat die hier een vakantiehuis gehuurd hebben.
Na water getapt te hebben in Courbange wijken we weer af van de route en lopen via het Forêt de Courbange.
Behalve veel opvliegende insecten vinden we heerlijke frambozen en uiteraard ook bramen, die we op deze
tocht überhaupt veel gegeten hebben.
Klik op de foto voor de panorama versie
Na het bos steken we een beekje over en komen op een uitgestrekte bergweide, de Montagne de Dourbise,
waar de Puy Serveix het hoogste punt is. Rob komt achteraan, want die kon het beekje niet weerstaan...
Na de bergweide helemaal doorkruist te hebben komen we weer in de bewoonde wereld. Beneden ons zien we
Besse-en-Chandresse, een mooi en zeer toeristisch stadje wat ik ook al ken. Er zijn fraaie oude huizen,
in vulkanische steen gebouwd, met kruisbeelden en nauwe straatjes. Er wordt nog als vanouds kaas en melk
verhandeld en het kent nog oude vestingmuren uit de tijd van de 100-jarige oorlog. We vinden een plekje
langs de snel stromende rivier op een mooie camping. 's Avonds dineren we in het stadje.
Donderdag
Op dit punt gaat de GR 30 naar het zuiden, maar wij lopen naar het westen en snijden een stuk af om bij
Super-Besse weer op de route te komen.
We volgen het dal van de Couze de Pavin, een riviertje van glaciale oorsprong dat een aantal minerale
bronnen heeft. Die zien er mooi uit maar het water vind ik niet te drinken, het lijkt wel roestwater.
Maar het pad is erg mooi en loopt grotendeels door bos, en zoals bij alle toeristische plaatsen is het
keurig gemarkeerd.
Bij een boerderij kopen we een St. Nectaire-kaas, en moeten dan weer even zoeken om de route weer te
vinden. We belanden weer in een bos waar we onder de top van de Puy de Chambourguet (1.520 m) lunchen.
We stijgen tot dicht onder de top en zien dan Super-Besse onder ons liggen. Het is een foeilelijk skidorp
van zo'n 20 jaar oud, met veel hotels en een ruime camping. Wel weer een aardig meer met zwemweide.
Van hieruit gaan we de Puy de Sancy doen, de hoogste berg van de Auvergne. We hebben alleen geen zin in
om met de rugzak over de kale hellingen zo'n grote klim te maken. Daarom wordt de truc met de auto's
weer uitgehaald, en zetten we een auto aan de andere kant van het massief, in Mont Dore.
Vrijdag
De volgende etappe is de Puy de Sancy, met 1.885 m de hoogste berg van de Auvergne. We hebben alleen geen
zin in om met de rugzak over de kale hellingen zo'n grote klim te maken. Daarom wordt de truc met de auto's
weer uitgehaald, en zetten we een auto aan de andere kant van het massief, in Mont Dore.
Dat loopt prima, met zo'n dagzakje de helling op. We pikken de GR 30 weer op. Na een klim van bijna 600 m
komen we op de Puy de Sancy. Van hieruit heb je een geweldig uitzicht over de wijde omgeving, nagenoeg de
hele Auvergne kan je hier overzien. Alleen wordt het uitzicht nu beperkt doordat de lucht tamelijk heïg is.
Aan de andere kant van de berg komt vanuit Mont Dore een kabelbaan omhoog, wat dit punt tot een soort
Sacreceur maakt. Maar er is wel een mooi tableau waar alle bergen, stadjes en subtoppen op aangegeven staan.
Zelfs de Mont Blanc staat aangegeven maar daar zal het wel volstrekt helder voor moeten zijn.
Ondanks de drukte toch erg de moeite waard.
We vervolgen het pad over de berggraat naar de Puy Redon, en lopen verder langs de rand van het keteldal
(cirque) van Mont Dore, waar de Dordogne ontspringt. Erg mooi, met vergezichten aan beide kanten. We zijn
meteen ook weer uit de drukte, al komen we nog wel regelmatig mensen tegen.
Na een lange afdaling komen we in het bos, waar we iets nuttigen in de Salon de Capucin. Hier hebben ze voor
de jeugd touwen tussen de bomen gespannen met boomhutten, kabelbanen en luchtbruggen. Erg leuk om te zien.
Tenslotte arriveren we in Mont Dore, een prachtig oud kuuroord. Het gebruik van de minerale baden dateert al
van voor de Romeinse tijd. Er zijn mooie 19e eeuwse hotels en paviljoens.
Op het eind van de dag rijden we met de auto weer terug naar Super-Besse.
Klik op de foto voor de panorama versie
Zaterdag
De trektocht zit er weer bijna op. We maken nog een laatst dagtochtje rond het Lac Pavin. Dit meer is
perfect rond, met een doorsnee van 750 m en een diepte van 92 m. Hier mag je wegens het koude water niet
in zwemmen (20 m onder het oppervlak is het water hartje zomer 5 graden). Direct ten zuiden ervan
in het bos domineert de Puy de Montchal (1.407 m), die we uiteraard beklimmen.
's Middags vertrekken we naar het zuiden. De trektocht is voorbij, maar de vakantie nog niet. Ik blijf
nog een aantal weken in de Auvergne, waar ik onder meer een week ga beeldhouwen.
|
Thuispagina
>
Gebieden
>
Auvergne
>
Trektocht deel 2
Copyright © Jaap van der Veen
|
Disclaimer | Reageren
|
|