Reisverslag kampeertrektocht (2)
Peaks of the Balkans trail in week 2
Dit is een bewegwijzerde rondweg van 190 kilometer door de bergen van de drie landen, Albaniė, Kosovo en Montenegro. Hij werd uitgezet in 2012
door lokale actiegroepen, met hulp van de Duitse ontwikkelingsorganisatie GIZ. Het is nu (2016) al een zeer populaire route, die ongeveer 1.000
mensen uit vele landen elk jaar geheel of gedeeltelijk volgen. De hele route vergt ongeveer twee weken met een enkele rustdag, wij deden ongeveer
de helft hiervan in week 2. Van deze 94 km route hebben we ongeveer 70 echt gelopen en 24 km met een busje afgelegd (als de weg erg saai was en
dat busje toch reed om onze bagage te vervoeren).
Theth vallei met Maja Jezercė via Google Earth, klik op de foto voor grotere versie.
De blauwe lijn geeft route van week 1 weer, de paarse het begin van week 2
Langs de grens van Kosovo en Montenegro
In Theth besluiten twee 70+ deelnemers dat de kampeertrektocht erg mooi was, maar dat ze gezien hun leeftijd de tweede week liever per auto door
Albaniė toeren en in hotels overnachten. De volgende dag als we weer willen vertrekken valt een andere deelneemster erg ongelukkig in het hotel,
waardoor zij en haar man ook niet aan de tweede wandelweek kunnen deelnemen. Marie-José besluit om even af te wachten of deze val nog ernstige
gevolgen heeft, en zal zich later weer bij onze groep voegen.
Wandeldag 6
We pakken de route in Theth weer op en klimmen 1.000 m naar de pas die toegang geeft tot het Valbonė dal. Het is warm, maar omdat we op deze tocht
veel door bossen lopen is het goed te doen.
Door de bossen omhoog naar de Valbonė pas
Op de pas nemen we een pauze en dalen 750 m naar 'hotel-restaurant' Rragrami. Daar worden we opgehaald door een busje dat ons naar een guesthouse in
Volbonė brengt. We kunnen daar onze tent opzetten, tussen de grazende schapen.
Ik zet mijn tent op tussen de schapen (foto Margriet)
Wandeldag 7
De asfaltweg in het dal is niet zo mooi om te lopen, een busje brengt ons naar Maskollata, waar we langs een riviertje omhoog klimmen naar Ceremi.
We komen weer bij een guesthouse, waar we door twee oudere vrouwen hartelijk welkom geheten worden. Er is niet genoeg plek voor alle tenten, zodat
een aantal deelnemers een bed binnen nemen. Marie-José voegt zich hier weer bij ons, gelukkig zijn de gevolgen van de val van Nel beperkt gebleven.
Aankomst in Ceremi
We lopen met een klein groepje nog een extra tocht naar een herderskamp wat hoger, om aan het eind van de dag weer in Ceremi een heerlijke
maaltijd geserveerd te krijgen. De eigenaar deze huizes blijkt tevens bij de grenspolitie te werken die de grens met Montenegro bewaakt.
Wandeldag 8
We klimmen naar de grens met Montenegro en volgen de bergrug om wat verder weer naar de Albanese kant af te dalen. Een mooie dag met goed zicht omdat
we boven de bossen blijven lopen. Tenslotte komen we aan in een uitgestrekte bergweide met veel zomerboerderijen, Dobėrdol. Deze alm ligt vlak onder
het drielandenpunt Albaniė-Montenegro-Kosovo.
Aankomst in Doberdol
We kunnen op een mooie plek de tenten opzetten bij guesthouse Baksimi. Het is een levendige vallei. Op het eind van de dag komen schapen en geiten
naar de zomerboerderijtjes waar ze op omheinde plekken worden verzameld. De koeien blijven wel los rondlopen, en die nacht blijkt ook het gevaar van
kamperen op die plek: de tent van Marie-José wordt door een groot beest geraakt en flink beschadigd.
Wandeldag 9
Vanaf het drielandenpunt volgen we de Peaks of the Balkans route naar Milishevc, langs bergrug die de grens tussen Montenegro en Kosovo vormt. Overigens
is in 2016 nog steeds onenigheid over waar de grens precies loopt, voor het deel noordelijk van waar wij lopen worden op de kaart twee varianten gestippeld
weergegeven.
Over de bergrug op de grens van Kosovo en Montenegro
Halverwege stappen we over naar een ander stukje van dezelfde route dat hier parallel loopt en naar Plav gaat. Wij volgen deze in de andere richting.
We komen een Duitse groep wandelaars tegen, die begeleid worden door de eigenaar van het Albanese reisbureau, en een gids die ons in de eerste week heeft
geholpen. Marie-José kent de eigenaar en we wisselen wat ervaringen uit. Daarna vervolgen we ons pad en dalen af naar Milishevc waar we een mooie kampeerplek
bij een guesthouse vinden. Een vertederende jonge Siberische berghond speelt met de kinderen van onze gastheer.
Wandeldag 10
We gaan de Bjeshka Lumbardhit op en komen in een bloemrijke vallei.
De Bjeshka Lumbardhit vallei
Nog wat verder omhoog ligt net voor de Maja é Drujve (2.212 m) een groen gekleurd meer. We dalen door een begroeide vallei af naar Rugova Camp, een
vakantieoord met restaurant in het gelijknamige dal.
Daar worden we met een oud busje opgepikt en maken we een toeristisch uitstapje naar het stadje Pejė. Ik wil met Ricus het beroemde klooster bezoeken,
maar het is erg warm en we beginnen met ijs en fruit te kopen. Uiteindelijk besluiten we toch maar naar het centrum te gaan. Na het bekijken van de
moskee eindigen we op een terras.
We rijden met het busje terug in het Rugova dal, en slaan een stukje voorbij het vakantieoord een zijdal in, naar de eerste berghut in Rekė e Allagės.
Het busje klimt met gierende motor steil omhoog, en halverwege kookt de motor over (het motorblok lampje brandde de hele rit ook onheilspellend). Dit wordt
op een levensgevaarlijke manier met water uit het riviertje weer opgelost.
Berghut in Rekė e Allagės
Aangekomen bij de hut is het weer zoeken naar voldoende goede kampeerplekken en besluiten enkele tochtgenoten een bed binnen te nemen. De huttewaard is
tevens boer en berggids. De berghut loopt goed, de waard vertelt dat er dit jaar wel 500 trekkers hebben overnacht.
Wandeldag 11
We stijgen ruim 1.000 m om de volgende berghut te bereiken, de Hajla hut 450 m onder de gelijknamige top. Er komt ook een andere groep en we zetten onze
tenten alvast op. De huttenwaard komt later.
Ondanks dreigende zwarte regenwolken besluiten we met een groepje de Hajla te beklimmen. Halverwege krijgen we inderdaad wat regen over ons heen, maar de
zware stortbui drijft gelukkig tijdig over naar het noorden. Vanaf de top hebben we over de steile afgrond mooi zicht op de lage heuvels in Montenegro,
waar we morgen doorheen zullen rijden.
Op de Hajla
Het wordt weer helder en 's avond genieten we van een prachtige zonsondergang.
Wandeldag 12
De laatste wandeldag dalen we ruim 800 m af naar Drelay. De Peaks of the Balkans trail loopt door naar Plav (Montenegro), maar wij eindigen onze voettocht in
Drelay.
We worden opgepikt door een busje dat ons naar Plav rijdt. De rechtstreekse weg naar Plav is sinds de opstanden en bombardementen rond de onafhankelijkheidsstrijd
van het (grotendeeels door Albanezen bewoonde) Kosovo niet meer begaanbaar en we rijden een flink stuk om via Pejė, Rosaje en Berane.
We overnachten in een hotel nabij het meer van Plav, waar een aantal tochtgenoten in gaan zwemmen.
Podgotica
Onze tocht eindigt weer in Podgorica, waar we een aardig gasthuis aan de rivier hebben geboekt. Daar voegen de vier tochtgenoten die in Theth zijn afgehaakt
zich weer bij ons. We bekijken Podgorica (het voormalige Titograd). De stad telt zo'n 170.000 inwoners en vooral de nieuwe kathedraal is de moeite waard.
Binnen is het pracht en praal, en ondanks alle toeristen gaan de doopplechtigheden waar een familie mee bezig is gewoon door.
In de kathedraal van Podgorica
De volgende dag vertrekken we weer naar het vliegveld en keren terug naar Nederland.