Reisverslag kampeertrektocht Albanië (1)
De 'Vreemde voettocht in Albanië" werd in 2016 voor het eerst georganiseerd door de NKBV. Onze voortreffelijke tochtleider Marie-José had deze met hulp van
een Albanees reisbureau uitgedacht. Het was als 50+ tocht opgezet (met bagagevervoer). De tien deelnemers waren overigens 60+ en zelfs 70+, wel allemaal ervaren
bergwandelaars. Ik was voor het eerst sinds vele jaren één van de jongsten! We kregen Niccol, een locale berggids mee, die gezien de grootte van de groep
ook steeds een hulpgids bij zich had. Hij kende het gebied en de route goed en onderhield (veelvuldig) contact met de (boeren)families waar we onderdak
kregen en die de bagage vervoerden. Soms werden daar ook weer anderen voor ingeschakeld, vooral buschauffeurs die ook de transfers verzorgden.
Shkoder meer bij zonsondergang
Iedereen komt per vliegtuig naar Podgorica (hoofdstad van Montenegro, meest nabije luchthaven). Van daaruit reizen we met een busje naar een kamping in Albanië
aan het Shkoder meer. Het is lekker weer zodat we uitgebreid in het meer zwemmen.
Langs de herders op de bergweiden in week 1
Wandeldag 1
Met het busje rijden we een stukje terug naar Han i Hotit, vandaar gaat het de bergen in naar het noorden richting het plaatsje Vermosh. We gaan
een pas over met een gloednieuwe asfaltweg. Na een stop in Tamarë komen we op een stuk waar de weg nog werd vernieuwd, om net voorbij het plaatsje Ostrici
uit te stappen.
De bagage wordt op de muildieren geladen (foto Nel)
Daar worden we begroet door onze gidsen, vergezeld van paarden waar onze plunjebalen op gestapeld werden. Van daaruit gaat het in een rustig tempo 600 m
omhoog over een licht beboste helling. Op het eind van de middag komen we bij Jeshnica, een beschutte bergalm met verschillende houten hutjes. Een boerenfamilie
heet ons welkom en we kunnen bij hen op een lager gelegen weide onze tenten opzetten. 's Avonds worden we vergast op onze eerste Albanese maaltijd.
Wandeldag 2
We volgen een bergrug met dicht beboste hellingen en blijven tedelijk op dezelfde hoogte. We krijgen weer zicht op het hoofddal, beneden ons is het plaatsje
Vermosh te zien. Een Fransman loopt de tocht in zijn eentje en komen we nog enkele dagen onderweg weer tegen. We dalen weer, langs een boerenfamilie met vee,
en een varken dat zich lekker met haar biggen in de modder wentelt. Een boer vertelt dat hij de looproute gemarkeerd heeft. We lunchen beneden in Quafe Perdolec,
bij een cafe.
Het slachten van het schaap (foto Nel)
Later lopen we weer omhoog, naar de alm van Berizdholit. De (tiener)zoon van de boer komt ons ophalen en de boer, boerin en (tiener)dochter bereiden ons een waar
feestmaal, compleet met een geslacht schaap. Helaas gaat het stortregenen en valt onze maaltijd enigszins in het water. We hebben na de zeer overvloedige maaltijd
in hun hutje een boeiend gesprek met de boer en zijn vrouw. Twee dochters blijken in Amerika te wonen, en de boer hoopt daar later ook naartoe te gaan.
Wandeldag 3
We nemen afscheid van de familie, de boer haalt ons met een andere boer met de beladen muildieren later weer in. We lopen over een pas en dalen af in een mooi
tussendal waar we bij een hutje neerstrijken en door de herdersvrouwen gastvrij onthaald worden op allerlei lekkers. Het uitzicht is prachtig en ik voel me
echt thuis door de vriendelijke vrouwen en leuke kinderen.
Hutje waar we onthaald worden op lekkernijen (foto Nel)
We vervolgen tenslotte onze tocht en zien Nikc 300 m lager liggen als we weer klimmen naar de herders van Dobraces.
Wandeldag 4
We hebben nu een lange klim naar de pas bij de Maja e Stogut (2.204 m), en komen op een uitgestrekte hoogvlakte van witte kalksteen. De gidsen vinden een dolinen (grot)
met bronwater.
Klim naar de Maja e Stogut (foto Otto & Susan)
Dan doemt de messcherpe top van de de Arapi (2.217 m) op. Als we die passeren is aan de overkant de Maja Jezercë (2.693 m) te zien, de op één na hoogste top van Albanië.
We passeren nabij de grens met Montenegro een voormalige kazerne uit de communistische dictatuur van Hoxha, met schuttersputten. Als we gelunched hebben passeert een grote
groep Italiaanse wandelaars, die 400 m met ons mee dalen naar een mooi meertje Leqini i Peshkeqes. Onze wegen scheiden zich als we naar de mooie beschutte alm van Gropa te
Bukura klimmen.
De boer en boerin laten zich nauwelijks buiten hun nog zeer primitieve hut zien. Ze zijn er pas 3 dagen. Ze lijken zo'n groep voor het eerst mee te maken, aangezien
Niccol zelf een pasta maaltijd voor ons moet bereiden en ze helemaal ontroerd zijn als ze van onze tochtleider wat (extra) geld voor het gebruik van hun prachtige alm
krijgen.
Boerin melkt de koe 's ochtends (foto Nel)
Wandeldag 5
We klimmen de beschutte vallei weer uit, langs de bron die bij elke zomerboerderij in de buurt is en staan op 1.800 m, voor de lange afdaling in de Theth vallei.
Onder een hoge rotswand houden we lunchpauze.
Pauze onder rotswand tijdens afdaling naar Theth
We dalen dan verder naar een bar op ruim 900 m. Daar worden we opgepikt met een busje dat ons naar Theth brengt.
Onze gids is de zoon van de eigenaar van een prachtig hotel, maar we zijn in een ander hotel ondergebracht. We bezoeken zijn familie wel en worden gastvrij door
hen ontvangen.
Rustdag in Theth
Ons hotel (links) met kerkje (rechts) (foto Nel)
We nemen een dag rust om de bezienswaardigheden van de Theth vallei te bekijken zoals de Kulla (versterkte toren) die een toevluchtsoord en onderdeel van de lokale
rechtspraak was, de gerestaureerde Orthodox katholieke kerk, de waterval en de canyon.
Waterval in Theth vallei
De meesten gaan met een busje verder naar een meer om te zwemmen, maar ik wandel op mijn gemak langs de rivier terug naar het dorp. Ons hotel is vlakbij het Kerkje
waar je een mooi uitzicht op de vallei hebt.
We besluiten de dag met een heerlijke maaltijd in ons hotel.
Vervolg: reisverslag week 2.