Thuispagina
Gebieden
Zoeken
Jura
Beginpagina
Gebiedsinformatie
Geologie

Wandeling
Route
Kaart op Google
Panorama 1
Panorama 2
Panorama 3
Panorama 4
Panorama 5
Panorama 6
Panorama 7
Panorama 8

Geologie van de Jura

De Jura, ten noordwesten van de Alpen, ligt tussen de Rhône-bocht ten westen van Chambéry in Frankrijk (zuiden), de Doubs (noordwesten) en de benedenloop van de Aare in Zwitserland (noordoosten). De Schwäbische Alb in Württemberg en de tot 657 m hoge Fränkische Alb (Frankische Jura) in Beieren, vormen een geologische voortzetting van het Jura plateau.
Bij de gebiedsinformatie is een overzichtskaart van het gebied te vinden.

Samenstelling
De Jura stamt uit de middelste periode van het Mesozoïcum, tussen Trias en Krijt, met afzettingen van donkere en bruine mergels en wit kalksteen (dolomiet). Radiometrische datering geeft als ouderdom voor de Jura ca. 205 tot 135 miljoen jaar.
In Nederland komt het Lias slechts bij Winterswijk in enkele beekbeddingen aan de oppervlakte. In Zuid-België komen Lias en Dogger aan de oppervlakte aan de oostrand van het Parijse bekken. De Jurassische gesteenten zijn rijk aan planten- en dierenfossielen. De plantenwereld was goed ontwikkeld met nieuwe groepen van Varens en Naaktzadigen. De dierenwereld werd beheerst door reptielen (dinosauriërs); zij bevolkten in uiteenlopende vormen en afmetingen zowel land, zee als luchtruim. Beroemd is Archaeopteryx, de 'oervogel', die een schakel vormt tussen reptielen en moderne vogels (Teylersmuseum in Haarlem).

Afbeelding

Opbouw
De boogvormige gebergteketen scheidt zich in het zuiden af van de Alpen; verder noordelijk ligt het Molassebekken tussen Alpen en Jura. De stratigrafie bestaat van oud naar jong uit: Bontzandsteen, Muschelkalk, Keuper, Lias, Dogger, Malm, Krijt en plaatselijk Onder-Tertiair. Men onderscheidt twee gedeelten: de Keten-Jura en de Tafel-Jura. De Keten-Jura vormt het binnenste deel van de boog en is sterk geplooid. Deze plooien zijn vaak doorgebroken en opgeschoven met een beweging die naar het noordwesten gericht is. De Tafel-Jura is veel eenvoudiger geplooid, met brede, horizontaal liggende kruinen. De Keten-Jura is op de Tafel-Jura geschoven.

Plooiingsgebergte
De Jura is een goed voorbeeld van een plooiingsgebergte waar de plooiing niet diep in de ondergrond reikt: alleen het Tertiair en het Mesozoïcum zijn geplooid, terwijl het grondgebergte niet aan deze plooiing deelnam, ofschoon het wel aan breukvorming onderhevig is geweest. Een dergelijke oppervlakkige plooiing was mogelijk doordat vrijwel de gehele Mesozoïsche en Tertiaire formaties over de plastische zout- en gipslagen in de Muschelkalk gegleden zijn. Aan beide uiteinden van de Jura vindt men slechts enkele plooien, terwijl in het middengedeelte er wel tien tot vijftien voorkomen. Een ander belangrijk tektonisch verschijnsel zijn de horizontale verschuivingen, die scheef op de plooibundel staan. Breukvorming en plooiing staan met elkaar in direct verband. De plooiing vond plaats in het Plioceen.
 

Thuispagina > Bergwandelen > Gebieden > Jura > Geologie

Copyright © Jaap van der Veen  |  Disclaimer